psalm inleiding van de week

Psalm 108

Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Zang.
0     Deun.
0     Van David.

2     Gevestigd is mijn hart, Machtige,
0     zingen en deunen wil ik, mee mijn wichtigheid.
3     Roer je, harp en lier,
0     roeren wil ik de gloring.
4     Jou erken ik in de volken, Wezer,
0     en Jou deun ik in de sibben.
5     Ja, boven de hemel groot jouw gunst
0     en tot het zwerk jouw hechtheid.
6     Verhoog je boven de hemel, Machtige,
0     en boven alle land jouw wichtigheid.
7     Opdat jouw beminden ontsnappen,
0     bevrijd met jouw rechter en buig je naar mij.
8     De Machtige spreekt in zijn heiligheid:
0     ‘Gloriëren wil Ik, toedelen wil Ik Sichem
0     en de diepte van Sukkot meet Ik toe.
9     Van Mij is Gilead, van Mij Manasse
0     en Efraïm de wering van mijn hoofd,
0     Juda mijn kerf,
10   Moab mijn wasketel,
0     op Edom werp Ik mijn sandaal,
0     Filistea schal Ik toe.’
11   Wie voert mij in de verschanste stad,
0     wie leidt mij naar Edom?
12   Niet, Machtige, Jij die ons bruide
0     en niet uittrok, Machtige, in onze drommen?
13   Schaf ons hulp bij de benauwer
0     en waan is de bevrijding door een aardeling.
14   Maken wij in de Machtige vermogen
0     en Hij stampt onze benauwers.