psalm inleiding van de week

Psalm 64

Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Voor de verduurder.
0     Deun.
0     Van David.

2     Hoor, Machtige, mijn stem in mijn zuchten,
0     voor beving door de vijand behoed mijn leven.
3     Verberg mij voor het veem van kwaden,
0     voor het woelen van zwelligheidwrochters,
4     die hun tong tanden als een zwaard,
0     hun pijl bewegen, bittere spraak,
5     om in het verborgene een gave te schieten,
0     plots schieten zij en niet schromen zij.
6     Zij stevigen zich kwade spraak,
0     vertellen strikken te verstoppen,
0     zeggen: ‘Wie ziet ze?
7     Vorsen zij naar valsheid,
0     gaaf zijn wij, doorvorste vorsing,
0     en het binnenste van een man en het hart is diep.’
8     En de Machtige schiet op hen een pijl,
0     plots wezen hun slagen
9     en ze laten hem struikelen over zichzelf, hun tong.
0     Al wie ze ziet, ze waggelen.
10   En alle aardelingen schromen
0     en duiden het gewrocht van de Machtige
0     en beseffen zijn maak.
11   De bewarende verheugt zich in Wezer
0     en schuilt in Hem
0     en alle oprechten van hart vieren zich.