psalm inleiding van de week

Psalm 83

Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Zang.
0     Deun.
0     Van Asaf.

2     Machtige, geen stilte voor Jou,
0     verdoof niet en talm niet, Macht.
3     Ja, hier, jouw vijanden druisen
0     en jouw schuwers heffen het hoofd.
4     Zij vemen sluw tegen jouw volk
0     en beraden zich tegen wie Jij koestert.
5     Zij zeggen: ‘Ga, verhelen wij ze als natie
0     en niet blijvend gedenkt men de naam van Israël.’
6     Ja, zij beraden zich van harte bijeen,
0     zij snijden zich een verbintenis tegen Jou,
7     de tenten van Edom en de Ismaëlieten,
0     Moab en de Hagarenen,
8     Gebal en Ammon en Amalek,
0     Filistea met de gezetenen van Tyrus,
9     ook Assur klist zich aan hen,
0     weest een arm voor de zonen van Lot.                                    Plavei.
10   Maak het hun als Midjan,
0     als Sisera, als Jabin
0     bij de slenk van Kison.
11   Uitgeroeid worden zij in Endor,
0     zij wezen gier voor de aarde.
12   Breng ze, hun edelingen, als Oreb en als Zeëb
0     en als Zebach en als Salmuna al hun gegotenen,
13   die zeggen: ‘Wij beërven ons
0     de oorden van de Machtige.’
14   Mijn Machtige, breng ze als rolpluis,
0     als stoppels voor het gelaat van de tocht.
15   Als vuur dat een woud schroeit
0     en als vlammen die bergen zengen.
16   Zo vervolg ze met jouw storm
0     en schrik ze met jouw verdwijner.
17   Vul hun gelaat met smaal,
0     en jouw naam zoeken ze, Wezer.
18   Schamen zich en schrikken voor immer zij
0     en blozen zij en sneven zij
19   en voelen zij, ja, Jij, jouw naam, Wezer,
0     alleen Jij bent alle land Ontstegene.