psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 143

Zang

K1     Wees aanwezig,
00      hoor mij bidden,
K2     wees genadig,
00      hoor mij smeken.

K1     Buig je naar mij,
00      bewaar je knecht,
K2     geen levend wezen
00      bewaart zichzelf.

K1     De vijand staat mij
00      naar het leven,
K2     stoot mij in de dood,
00      mijn geest bezwijkt.

K1     In mijn leed
00      gedenk ik vroeger,
K2     murmer jouw woorden,
00      zie jouw werken.

K1     Naar Jou strek ik mij uit,
00      in de grond getrapt,
K2     buig je naar mij,
00      ik ben een dorstig land.

Al      Ja, Jij leeft mij,
00      ‘Ik ben er’ is jouw naam.
00      Jij bewaart mij, Jij bezielt mij,
00      ik ben jouw knecht.

Beurtlezing – Jesaja 43,8-13

Laat uittrekken het volk
dat blind is,
al heeft het ogen,
dat doof is,
al heeft het oren.

Alle naties zijn bijeen verzameld,
de sibben zijn vergaderd.
Wie onder hen duidt dit aan
en laat horen
wat er vroeger gebeurde?

Laten zij hun getuigen voorleiden,
opdat zij waar blijken
en men het hoort en zegt:
‘Dit is hecht.’

Jullie zijn mijn getuige,
melding van Wezer,
de knecht die Ik verkoren heb,
opdat je het voelt
en jij je hecht in Mij
en merkt, ja, Ik ben het.

Vóór Mij werd er geen Machtige gevormd
en na Mij zal er geen wezen.
Ik ben Wezer, Ik,
buiten Mij is er geen bevrijder.

Ik duid het aan,
Ik bevrijd en laat Mij horen,
Ik ben bij jullie geen vreemde.
Jullie zijn mijn getuige,
melding van Wezer,
Ik ben de machtige.

Ook vandaag nog ben Ik het,
niemand redt uit mijn hand.
Ik ga het wrochten,
wie zal het keren?

Stilte

Hoor mij,
Wezer,
bidden.

Psalm

Stilte

Geef mij,
Wezer,
te zijn jouw knecht.

Wenk

Uit ‘Vier graden van liefdesgeweld’ van Richard van Sint-Victor

De dorst van de ziel
die naar liefde verlangt
wordt niet gestild
maar gekweld
wanneer ze ten volle geniet
van wat ze verlangt.
In deze toestand
wordt het oog niet verzadigd door te zien
en het oor niet door te horen.
Wie kan de kracht
van deze hoogste graad van liefde
waardig overwegen?
Is er iets,
zo vraag ik mij af,
dat een mensenhart
dieper kan doordringen,
pijnlijker kan kruisigen,
heviger kan bewegen?
Wat, zo vraag ik me af,
is er moeilijker,
wat is er pijnlijker
dan wanneer men zijn dorst
niet kan temperen
door eraan te weerstaan
of kan lessen
door dronken te worden?

Uit de geschriften van Guigo de karthuizer

De Heer
wiens oog op de rechtvaardigen rust
en wiens oor ontvankelijk is
voor hun smeken
wacht niet
tot het gebed beëindigd is.
Midden in het gebed
onderbreekt Hij het
en begeeft zich haastig naar de ziel,
snelt haar die vol verlangen is
haastig tegemoet,
badend in de dauw van hemelse zoetheid
en gezalfd met kostbare oliën.
Hij verkwikt de vermoeide ziel,
stilt haar honger,
lest haar dorst.
Hij wekt haar op wonderbare wijze ten leven
door haar te laten sterven
in zelfvergetelheid.

Uit ‘Zeven manieren van minne’ van Beatrijs van Nazareth

De ziel weet
dat de volmaakte minne
boven de menselijke werkzaamheid
en al haar macht uitgaat.
Wat zij begeert
is zelfs niet mogelijk
voor ál de schepselen.
Want zij begeert
alléén evenveel te kunnen doen
als alle mensen op aarde,
alle geesten van de hemel,
al wat schepsel is
boven en beneden
en onnoemelijk veel meer
naar de waardigheid van de minne.
Doordat echter
in haar werkzaamheden
zo veel buiten haar bereik blijft,
wil zij dat vervullen
met heel haar wil
en met sterke begeerte.

Uit ‘Donkere nacht’ van Jan van het Kruis

Een reiziger gaat,
om naar nieuwe streken te gaan,
langs nieuwe wegen
die hij niet kent.
Hij wordt niet geleid
door wat hij vroeger wist.
In onzekerheid gaat hij voort.
Zo iemand kan geen nieuw land ontdekken
en niet meer achterhalen
dan hij vroeger wist,
als hij niet langs nieuwe, onbekende wegen gaat
en als hij niet achterlaat wat hij wist.
De ziel boekt meer winst,
wanneer zij in het duister verder gaat
zonder te weten.
God is hier de leermeester
en de gids van deze blinde,
de ziel.

Uit ‘Het leven’ van Maria Petyt

Ik sprak mezelf soms op deze wijze toe:
‘Heb moed, mijn ziel,
strijd in vroomheid.’
Dit inzetten van mijn krachten
en dit hardhandig aanpakken van mezelf
veroorzaakt zoveel smart en pijn
alsof mijn lichaam
door en door gewond was
of ruw behandeld werd.
De Beminde
liet mij dit telkens verduren
en er mij doorheen bijten
zonder de minst voelbare hulp
van zijn genade gewaar te worden.
Ik scheen geheel op mijzelf teruggeworpen te zijn.
Maar niettemin ondersteunde Hij mij
met zijn liefdevolle en krachtige hand,
opdat ik niet zou bezwijken
onder die zware last.

Uit de geschriften van Søren Kierkegaard

Het is een juiste opmerking van de Ouden,
dat bidden
als ademhalen is.
Hier blijkt dan het domme
van de vraag ‘waarom’.
Want waarom haal ik adem?
Omdat ik anders stikken zou.
Zo is het ook met bidden.
En zoals ik me niet verbeeld
met mijn ademhaling
de wereld te hervormen,
maar zoals ik zelf
steeds opnieuw tot leven kom
en vernieuwd word,
zo staat het ook
met het bidden
in de verhouding tot God.

Uit ‘Mijn leven’ van Theresia van Lisieux

Misschien denkt u
dat ik mijn beproeving overdrijf.
Als u afgaat
op de gevoelens die ik in de gedichtjes uitdruk
die ik dit jaar geschreven heb,
dan moet u wel de indruk hebben
dat de sluier van het geloof
voor mij bijna gescheurd is.
En toch,
het is geen sluier meer,
maar een muur
die tot de hemel reikt
en het met sterren bedekte firmament verbergt.
Wanneer ik het geluk van de hemel bezing,
het eeuwig mogen bezitten van God,
dan ervaar ik geen enkele vreugde.
Ik bezing simpelweg
wat ik geloven wil.

Gebed

Afgebrand tot op de grond
zien wij uit naar Jou.
Hoor ons roepen
en buig je naar ons.
Wijs ons de weg
uit deze chaos.

Zang

K1     Buig je naar mij,
00      wees aanwezig,
K2     ten einde is mijn leven,
00      verberg je gelaat niet voor mij.

K1     Ik daal in de groeve,
00      waar de doden wonen,
K2     laat mij leven
00      in jouw gunst.

K1     Jou vertrouw ik,
00      laat mij voelen jouw weg
K2     die ik gaan moet,
00      naar Jou hef ik mijn ziel.

K1     Red mijn leven
00      uit de hand van de vijand,
K2     wees aanwezig,
00      ik schuil in Jou.

K1     Leer mij Jou genoegen,
00      Jij bent mijn Machtige,
K2     laat jouw weg mij
00      veilig gidsen.

Al      Jij bevrijdt mij,
00      ‘Ik ben er’ is jouw naam.
00      Jij trekt mij uit de nauwte,
00      ik ben jouw knecht.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Kris Oelbrandt
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.