
Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.
Psalmviering 64
Zang
Al Hoor het zuchten van mijn hart,
0 Machtige, mijn stem.
Vz Angstaanjagend kwellen,
Al behoed mijn ziel.
Vz Moordend samenzweren,
Al bescherm mijn leven.
Al Hoor het zuchten van mijn hart,
0 Machtige, mijn stem.
Vz De waarheid verdraaid,
Al behoed mijn ziel.
Vz De messen geslepen,
Al bescherm mijn leven.
Al Hoor het zuchten van mijn hart,
0 Machtige, mijn stem.
Vz Gal en bitterheid,
Al behoed mijn ziel.
Vz De strikken van het kwaad,
Al bescherm mijn leven.
Al Hoor het zuchten van mijn hart,
0 Machtige, mijn stem.
Beurtlezing – Jezus Sirach 28,13-26
Vervloekt de roddelaar
en de dubbele tong,
velen die in vernoeging leven
storten zij in het verderf.
Achterklap heeft velen verwoest,
joeg ze uiteen van volk tot volk.
Zij haalde sterke steden neer,
vernielde huizen van grote heren.
Laster verdreef moedige vrouwen,
beroofde haar van de vrucht van haar zorgen.
Wie aan haar gehecht is vindt geen rust,
zal niet in vernoeging leven.
De slag met een zweep slaat striemen,
de slag met de tong breekt botten.
Velen vielen door de snede van het zwaard,
maar niet zoveel als er vielen door de tong.
Welvaart wie voor haar gespaard blijft,
niet in haar drift verstrikt raakt,
niet onder haar juk gebukt gaat,
niet door haar boeien wordt geboeid.
Haar juk is een ijzeren juk,
haar boeien zijn koperen boeien.
Een kwaadaardige dood is haar dood,
het dodenrijk is verkieslijker dan zij.
Over de schroomvollen heerst zij niet,
zij worden niet in haar vlammen verteerd.
Wie Wezer verlaten vallen haar ten prooi,
zij brandt in hen, een niet te blussen vuur.
Zij wordt op hen losgelaten als een leeuw,
als een panter verscheurt zij hen.
Zie, omhein je erf met doornen,
sluit je mond met deur en grendel.
Doe een band om je zilver en goud,
maak voor je woorden een zuivere weegschaal.
Zorg ervoor dat je niet uitglijdt door hen,
dat je niet valt
voor iemand die daarop loert.
Stilte
Hoor mij bidden,
Machtige,
in het zuchten van mijn hart.
Psalm


Stilte
Wees gevierd,,
Wezer,
in de oprechten van hart.
Wenk
Uit ‘Belijdenissen’ van Augustinus
Wie ontwart
dat ineengekronkelde en verwarde kluwen
van een mensenhart
dat anderen schade berokkent?
Het is afzichtelijk.
Ik wil er niet naar kijken,
ik wil het niet zien.
Ik wil jou,
gerechtigheid en onschuld,
schoon en schitterend in edel licht.
Ik wil jou,
onuitputtelijke verzadiging.
Ja, bij jou is rust
en onverstoorbaar leven.
Wie binnentreedt in jou,
treedt binnen in de vreugde van zijn Heer.
Hij zal niet vrezen
en hij zal het voortreffelijk hebben bij de Voortreffelijke.
Maar ik heb mij verwijderd van Jou,
mijn God,
en doelloos rondgedoold.
Uit ‘Geestelijke ladder’ van Johannes Climacus
Oordelen
is schaamteloze roof
van een voorrecht van God
en brengt de ondergang van de eigen ziel.
Omdat de goede druivenplukker
rijpe druiven eet,
zal hij geen onrijpe druiven plukken.
De goedgestemde en verstandige geest
zal alle deugden
die hij bij mensen ziet
ijverig noteren,
maar de dwaze geest
zal de redenen tot kritiek
en de tekortkomingen navorsen.
Over hem werd gezegd:
‘Zij doorvorsten de boosheid,
en al vorsende
hebben zij zich in hun vorsingen uitgeput.’
Oordeel niet,
zelfs wanneer jij het met je eigen ogen ziet,
want ook je eigen ogen
hebben zich dikwijls vergist.
Uit de geschriften van Suster Bertken
De wereld hield mij in haar greep
met haar vele valstrikken.
Nu ben ik eraan ontkomen.
Och,
dat ze zeer bedrieglijk is,
dat heb ik goed ervaren.
De edele minne
die boventijdelijk is,
heeft mijn hart zeer verblijd.
Zij wil mij leren sterven.
Waarheen mij de edele minne stuurt
daarheen wil ik mij keren.
Ik voel in mij een vonkje
dat mijn ziel verlicht.
Daar wil ik mij verzadigen.
De minne is heel goed in staat
om van het vonkje
een vuur te maken.
Uit de geschriften van Gerhard Tersteegen
Ons hoofd en ons verstand
zijn voornamelijk voor de tijdelijke dingen,
maar ons hart
is helemaal voor God geschapen.
Wie probeert te leven
ingekeerd in zijn hart,
is bevrijd van duizend verwarringen.
Hij wordt ontvankelijk
voor Gods inwerking.
Laten we ons hart inkeren
en proberen daarin te wonen.
Niet met grof geweld
of inspanning van onze gedachten,
maar door een zacht neerzinken
of toewenden van onze liefde
en onze verlangens naar God
die in ons tegenwoordig is.
Zo zullen we dan
de Onzienlijke aanhangen
en één geest met Hem worden.
Uit de geschriften van Elisabeth van Dijon
God zoekt het hart.
Hij omringt het.
Maar het hart wil Hem ontsnappen.
Ik begrijp
dat je nood hebt aan iets
dat je uit jezelf doet treden
en over je eigen grenzen heen tilt.
Maar zie je,
er is er maar Eén.
Hij, de enige Ware.
Hij boeit.
Hij overweldigt.
Onder zijn blik
wordt de horizon zo ruim en helder.
Ik houd zo hartstochtelijk veel van Hem.
In Hem is alles gegeven.
Uit ‘Wetenschap van het kruis’ van Edith Stein
Iedere ziel heeft een binnenste
en het zijn hiervan is leven.
Dit oerleven
is niet slechts voor anderen verborgen,
maar ook voor haarzelf.
Het moet eerst opstijgen
uit de grond van het hart.
Dan bereikt het een eerste drempel
waar het merkbaar wordt.
Dit merken is oorspronkelijker
en rijker
dan de kennis van het verstand.
Wat opstijgt
wordt gemerkt
als iets met een waarde
die je voor de beslissing plaatst
of je hetgeen opstijgt
wilt laten opkomen of niet.
Uit ‘Merkstenen’ van Dag Hammarskjöld
In God leven
wil niet zeggen,
dat we het kwaad
dat in ons wezen verborgen is
ontvluchten;
maar het is de weg
naar volledig inzicht.
Geleidelijk aan
komen wij in contact
met een religieuze werkelijkheid
die de nachtzijde van ons wezen
aan het licht brengt.
Alleen wanneer we openblijven
voor de alziende blik
van de rechtvaardige liefde
kunnen we zien,
durven we te erkennen
en bewust te lijden onder het feit,
dat er iets in ons wezen is
dat de catastrofe verwelkomt,
de mislukking wenst,
door een nederlaag gestimuleerd wordt.
Gebed
Zuiver ons spreken,
o God,
van waan, leegte en schijn.
Geef ons de goede woorden in
en voer ons binnen
in jouw waarheid.
Zang
Er is in mij een onrust
dieper dan ik kan
beseffen, pijnlijk zuiver.
Getroffen door de pijlen
van mijn eigen woorden
stoot mij jouw waarheid aan.
In het onbehagen
van mijn spreken kom Jij
mij onthullend tegen.
De scherpte van mijn tong
besta ik niet, tot in
mijn ziel ben ik gewond.
Met schroom beseft mijn pijn,
dat altijd al jouw waarheid
mij te machtig is.
Jouw oprechtheid vier ik,
eindelijk bevrijd
in mijn ontmaskering.
Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.
Colofon
Deze uitgave kwam tot stand met medewerking van
Titus Brandsma Memorial, Nijmegen
© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmzetting: Ad de Keyzer
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Ad de Keyzer
Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Titus Brandsma Memorial, Nijmegen