titelstrook Inleiding in de Psalm

Inleiding van de week

Psalm 80

Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Voor de verduurder.
0     Op ‘leliën’.
0     Getuigenis.
0     Van Asaf.
0     Deun.

2     Die Israël weidt, heb oor,
0     die Jozef als een kudde drijft.
0     Die zetelt op de cherubs, verschijn
3     voor het gelaat van Efraïm en Benjamin en Manasse.
0     Roer jouw sterkte
0     en ga ons bevrijden.
4     Machtige, keer ons
0     en doe lichten jouw gelaat, en wij zijn bevrijd.
5     Wezer Machtige met de drommen,
0     hoelang walm Jij bij het pleit van jouw volk?
6     Brood van tranen laat Jij hen eten
0     en Jij drenkt hen met tranen in drievoud.
7     Jij plaatst ons als vonnis voor onze omwonenden
0     en onze vijanden bespotten ons onder elkaar.
8     Machtige met de drommen, keer ons
0     en doe lichten jouw gelaat en wij zijn bevrijd.
9     Gerank rukte Jij uit Egypte,
0     Jij jakkerde naties en plantte het.
10   Gelaten heb Jij zijn gelaat,
0     en zijn wortels liet het wortelen
0     en het vulde het land.
11   Bergen werden bedekt met zijn schaduw
0     en Machtige ceders met zijn takken.
12   Het zond zijn twijgen tot de zee
0     en naar de rivier zijn zuigelingen.
13   Waarom bres Jij zijn wanden
0     en al wie de weg betijgen plukken hem?
14   Het zwijn uit het woud snaait het
0     en het gewemel van het veld weidt het af.
15   Machtige met de drommen, keer toch,
0     kijk uit de hemel en zie
0     en bekommer je om dit gerank
16   en de loot die jouw rechter plantte
0     en de zoon die Jij stoer liet worden voor Jou.
17   Geblakerd in het vuur, verminkt is hij,
0     door het briesen van jouw gelaat sneven zij.
18   Jouw hand weze over de man aan jouw rechter,
0     over de aardelingzoon die Jij stoer liet worden voor Jou,
19   en wij verzwinden niet van Jou,
0     doe ons leven, en wij roepen jouw naam.
20   Wezer Machtige met de drommen, keer ons,
0     doe lichten jouw gelaat en wij zijn bevrijd.