psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 145

Zang

Al     Enige,
00     alles in alles ben Jij,
00     mijn  Koning.

K1    Groot ben Jij,
00     niet te peilen
00     alomvattend ben Jij.
K2    Gevierd ben Jij,
00     uitzinnig van liefde
00     alles doorgloeiend ben Jij.
K1    Sterk ben Jij,
00     jouw spankracht gaat
00     alles te boven.
K2    Vreemd nabij ben Jij,
00     geen ontzag kan
00     Jou eerbiedigen.
K1    Prachtig ben Jij,
00     geen oog verdraagt
00     jouw schittering.
K2    Goed ben Jij,
00     niets evenaart
00     jouw tedere mildheid.

Al     Zegenen wil ik Jou,
00     Enige,
00     alles in alles ben Jij,
00     mijn Koning.

Beurtlezing – 1 Kronieken 29,10-18

Gezegend Jij, Wezer,
Machtige van onze vader Israël,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Jou, Wezer, komt alle grootheid toe,
sterkte en pracht,
luister en majesteit,
ja, alles in de hemel en op aarde is van Jou.

Van Jou, Wezer, is het koningschap,
Jij ben de eerste,
boven alles verheven.

Rijkdom en wichtigheid zijn van Jou,
Jij heerst over alles.
In jouw hand liggen sterkte en kracht,
in jouw hand ligt de macht
alles groot en sterk te maken.

Wij erkennen Jou, onze Machtige,
wij vieren jouw luisterrijke naam.
Wie ben ik en wat is mijn volk,
dat wij in staat zouden zijn
Jou deze gaven te schenken?

Ja, alles komt van Jou
en wat wij schenken,
het komt uit jouw hand.
Ja, wij zijn als vreemdeling te gast
en staan voor jouw gelaat
zoals al onze vaderen.
Als een schaduw zijn onze dagen
hier op aarde,
zonder enig houvast.

Wezer, onze Machtige,
al deze rijkdommen die wij bijeenbrachten
om een huis te bouwen
voor jouw heilige naam
komen voort uit jouw hand,
Jou komt het toe.

Ik weet, mijn Machtige,
dat Jij de harten peilt
en behagen schept in oprechtheid.
Met een oprecht hart
heb ik Jou dit alles gegeven.
Verheugd heb ik gezien
hoe jouw volk dat hier bijeen is
Jou al deze gaven schenkt.

Wezer, Machtige van onze vaderen
Abraham, Isaäk en Israël,
laat deze gezindheid eeuwig heersen
in het hart van jouw volk.
Houd hun hart op Jou gericht.

Stilte

Jij bent,
mijn Machtige,
mijn verhoging.

Psalm

Stilte

Eeuwig,
Wezer,
jouw naam.

Wenk

Uit de geschriften van Evagrius van Pontus

Niets hebt u
wat u niet van God gekregen hebt.
Wat staart u zich blind
op wat een ander heeft gekregen,
als was het van u?
Wat praalt u met Gods genade,
als was het uw eigen bezit?
Erken de Gever
en verhef u niet,
u bent een schepsel van God,
haal de Schepper niet omlaag.
U wordt door God geholpen,
verloochen uw Weldoener niet.
U bent tot een hoge levenswijze opgestegen,
maar Hij geleidde u.
U hebt deugden verworven,
maar Hij bewerkte ze.

Uit de brieven van Hadewijch

God geeft de ziel de klaarheid
die het haar mogelijk maakt
Hem te schouwen
in zijn eeuwigheid,
in zijn grootheid,
in zijn wijsheid,
in zijn tegenwoordigheid,
in zijn heelheid.
Zij ziet hoe God is
in zijn eeuwigheid:
God,
omdat Hij uit zichzelf de Godheid is.
Zij ziet hoe God is
in zijn grootheid:
oppermachtig,
omdat Hij uit zichzelf oppermachtig is.
Zij ziet hoe God is
in zijn wijsheid:
verzaligd,
omdat Hij uit zichzelf de verzaliging is.
Zij ziet hoe God is
in zijn tegenwoordigheid:
lieflijk,
omdat Hij uit zichzelf de lieflijkheid is.

Uit ‘Visioenen’ van Julian van Norwich

Ik schouwde
het wezen van de barmhartigheid
en de genade,
die binnen één en dezelfde liefde
werkzaam zijn.
Barmhartigheid
is de eigenschap van medeleven
die deel uitmaakt van het moederschap
in tedere liefde.
Genade
is glorieus
en behoort
binnen dezelfde liefde
tot de koninklijke heerschappij.
De barmhartigheid is actief
in het beschermen,
verdragen,
opwekken en helen,
allemaal vanuit de tederheid van de liefde.
De genade werkt ermee samen
door te verheffen en te belonen.
Daarbij laat zij
de weidsheid van Gods koninklijke heerschappij
uitvloeien en zichtbaar worden
vanuit de volheid van de liefde.

Uit ‘Alleenspraak van de ziel’ van Thomas van Kempen

Aan U behoort de kracht,
aan U behoort de wijsheid,
aan U behoort de goedheid
en de goedertierenheid,
aan U ook behoort de eeuwige glorie
en majesteit.
Uw heerschappij blijft
eeuwen door,
uw rijk duurt
geslacht op geslacht.
U kent alles,
U hebt alles in uw hand,
U oordeelt met zachtheid
en U onderwerpt opstandigen aan U
en laat hen U dienen.
U bent de God van hemel en aarde,
van het zichtbare en onzichtbare
de Schepper en Bestuurder
en van alle tijden de Beschikker.

Uit ‘Innerlijke burcht’ van Teresa van Avila

Bij de vervoering
neemt God heel de ziel in beslag.
Zij is zijn bruid.
Hij gaat haar een en ander tonen
van het koninkrijk dat ze verdiende.
Hoe klein ook,
bij deze grote God
is het altijd veel.
Hij staat niemand toe te storen,
ook de vermogens en de zintuigen niet.
Onmiddellijk beveelt Hij
de deuren van deze verblijven te sluiten.
Alleen dat waar Hij zich bevindt
blijft open
om ons daar binnen te leiden.
Gezegend zo’n grote barmhartigheid.

Uit ‘Geestelijk hooglied’ van Jan van het Kruis

In de toestand
van intense beschouwing
en kennis van de schepselen
ontdekt de ziel,
dat zij begiftigd is
met een overvloed aan bevalligheid,
kracht en schoonheid
van de kant van God.
Zij heeft de indruk
dat zij alle omkleed zijn
met een wonderbare schoonheid
en natuurlijke kracht,
ontleend aan en meegedeeld door
die oneindige schoonheid van Gods evenbeeld,
van dat evenbeeld
waarmee Hij de wereld en alle hemelen bezag
en daardoor hulde in schoonheid en blijheid.
‘Door zijn hand te openen’,
zoals David zegt,
‘verzadigt Hij al wat leeft met zegening’.

Uit de brieven van Marie de l’Incarnation

Terwijl ik merkte
dat heel mijn aandacht
door de onmetelijke en oneindige grootheid
van Gods majesteit in beslag genomen werd,
riep ik uit:
‘O breedte,
o lengte,
o diepte,
o oneindige,
onmetelijke,
onbegrijpelijke,
onuitsprekelijke,
aanbiddenswaardige hoogte!
O mijn grote God,
Gij zijt
en alles wat is
bestaat niet
dan in zover het in U
en door U bestaat.
O eeuwigheid,
schoonheid,
goedheid,
zuiverheid,
helderheid,
liefde,
mijn middelpunt,
mijn oorsprong,
mijn einddoel,
mijn zaligheid,
mijn alles!’

Gebed

O Jij,
gever van alle goed,
met al wat leeft en zich beweegt
zien wij hoopvol uit naar Jou.
Laat niemand van jouw mensen
verloren gaan.

Zang

Al     Koning ben Jij,
00     alle eeuwen door
00     Koning.

K1    Gevallenen help Jij overeind,
00     gebukten richt Jij op.
Al     Wij erkennen Jou.
K2    Hongerigen geef Jij eten,
00     wie kreunen bemoedig Jij.
Al     Wij roemen Jou.
K1    Minnaars geef Jij kracht tot liefde,
00     wie schromen kroon Jij met wijsheid.
Al     Wij vieren Jou.
K2    Rechtelozen geef Jij hoop,
00     wie roepen ben Jij nabij.
Al     Wij zegenen Jou.

Al     Koning ben Jij,
00     alle eeuwen door
00     Koning.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Jan Egberink
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.