titelstrook Inleiding in de Psalm

Inleiding van de week

Psalm 112

Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Vier Wezer.

00   Welvaart de man die Wezer schroomt,
00   in zijn geboden uiterst zich behaagt.
2     Zijn zaad weest sterk in het land,
00   het geslacht van oprechten is gezegend.
3     Boedel en rijkdom in zijn huis,
00   en zijn bewaring stelt zich immer.
4     In het duister straalt licht voor oprechten,
00   genadig en teder en bewarend.
5     Goed de man die begenadigt en leent,
00   zijn aanspraken vat in schikking.
6     Ja, eeuwig wankelt hij niet,
00   eeuwig indachtig weest de bewarende.
7     Laat het kwaad zich horen, niet schroomt hij,
00   gevestigd zijn hart, geveiligd in Wezer,
8     gesteund zijn hart, niet schroomt hij,
00   tot hij in zijn benauwers ziet.
9     Hij strooit, geeft behoeftigen,
00   zijn bewaring stelt zich immer,
00   zijn horen verhoogt zich in wichtigheid.
10   De doemende ziet en is gegriefd,
00   tandenknarst en versijpert,
00   de begeerte van doemenden sneeft.