Psalm 3
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Omspeling, van David,
0 toen hij het gelaat
0 van zijn zoon Absalom ontmeed.
2 Wezer, hoe veel zijn mijn benauwers,
0 velen staan over mij,
3 velen zeggen mijn ziel:
0 ‘Geen bevrijding voor hem in de Machtige.’ Plavei.
4 En Jij, Wezer, bent een schild om mij,
0 mijn wichtigheid en die mijn hoofd verhoogt.
5 Mijn stem naar Wezer, ik roep
0 en Hij buigt zich naar mij van zijn heilige berg. Plavei.
6 Ik leg mij en wil slapen,
0 ik word wakker, ja, Wezer steunt mij.
7 Niet schroom ik het vele volk
0 in een ring gebracht over mij.
8 Sta op, Wezer,
0 bevrijd mij, mijn Machtige.
0 Ja, Jij slaat al mijn vijanden de kaak,
0 de tanden van doemenden breek Jij.
9 Van Wezer de bevrijding,
0 over jouw volk jouw zegen. Plavei.