psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 111

Zang

Al     Teder en genadig,
00     heilig is jouw naam.

Vz     Alles ontvouwt zich als een wonder
Al      teder en genadig.
Vz     Vragend raakt het jouw geheim,
Al      heilig is jouw naam.

Vz      Peinzend schouwen wij jouw wezen:
Al       teder en genadig.
Vz      Eén oceaan van liefde,
Al       heilig is jouw naam.

Vz     Alle leven is om Jou bewogen,
Al      teder en genadig.
Vz      Enkel gunnend, niets dan goedheid,
Al      heilig is jouw naam.

Vz      Oneindige woestijn van mededogen,
Al       teder en genadig.
Vz      Niet te stillen dorsten wij,
Al       heilig is jouw naam.

Al      Teder en genadig,
00      heilig is jouw naam.
.

Beurtlezing – Spreuken 8,17-36

Ik, Wijsheid, bemin wie mij beminnen,
wie mij zoeken vinden mij.
Rijkdom en wichtigheid horen mij toe,
duurzame weelde en bewaring.
Kostbaarder dan zuiver goud is mijn vrucht,
mijn opbrengst meer dan louter zilver.

Ik bewandel het pad van bewaring,
midden over de baan van schikking,
wie mij beminnen schenk ik een vermogen,
hun schatkamers vul ik.

Wezer heeft mij geworven
als het begin van zijn wegen,
vóór al zijn werken, van ooit af.

Van eeuwigheid ben ik gegoten,
van het begin af aan,
vóór het land bestond.

Toen er nog geen oerkolken waren,
was ik geboren,
toen er nog geen bronnen waren,
rijk aan water.
Eer de bergen waren verzonken,
werd ik voortgebracht,
vóór de heuvels werden,
werd ik geboren,
toen het land en de velden
nog niet waren gevormd,
zelfs nog niet het eerste stof van de wereld.

Toen Hij de hemel vestigde,
was ik daar,
toen Hij een kring trok om de oerkolk,
toen Hij het wolkendek spande,
de bronnen van de oerkolk liet stromen,
toen Hij de zeeën hun grenzen stelde,
zodat het water zijn gebod niet overtrad,
toen Hij het land grondde,
toen was ik daar zijn lieveling.

Ik verlustigde mij iedere dag,
lachte altijd vóór zijn gelaat,
verheugde mij in de wereld, zijn land,
verlustigde mij met de mensen.

Nu dan, zonen, luister naar mij,
welvaart wie mijn wegen bewaart,
luister naar mijn onderricht en word wijs,
sla het niet in de wind.

Welvaart de aardeling die naar mij luistert,
iedere dag bij mijn poorten de wacht houdt,
mijn deurposten bewaakt.

Ja, wie mij vindt, vindt het leven
en wint de liefde van Wezer.
Wie mij misloopt schendt zijn ziel,
wie mij schuwt bemint de dood.

Stilte

Alles spreekt,
Wezer,
van verwondering.

Psalm

Stilte

Gevierd ben Jij,
Wezer,
ieder ogenblik.

Wenk

Uit ‘Gerontikon’

Abbas Poimen zei
over de hardheid van hart
het volgende.
De natuur van water is week,
die van steen is hard.
Maar als een kruik is opgehangen
boven een steen,
gestadig druppelend,
dan holt het water de steen uit.
Zo is ook Gods woord week
en ons hart hard.
Als nu de mens
geregeld naar Gods woord luistert,
opent zich zijn hart
in ontzag voor God.

Uit ‘Ken de wegen’ van Hildegard van Bingen

God, die alles heeft geschapen,
dient door heel zijn schepping
met grote eer en schroom
vereerd en geschroomd te worden.
Het is juist
dat de Schepper van het al
door Zijn schepselen
eerbied wordt bewezen.
Daarom zal de ‘schroom voor de Heer’
altijd in de harten van de gelovigen
ontstaan
en blijven bestaan.
Deze schroom
moet onwrikbaar bewaard worden,
want God moet door de gehele schepping
zonder enige beperking
geschroomd worden,
opdat men erkent
dat Hij de ene en ware God is.

Uit ‘Visioenen’ van Julian van Norwich

Eerbied
is een heilige,
minzame vrees voor de Heer,
gekoppeld aan deemoed.
Dit betekent
dat de Heer
in de ogen van het schepsel
wonderlijk groot
en dat het schepsel
in zijn eigen ogen
wonderlijk klein is.
Dit zijn deugden
die de vrienden van God
overal vergezellen.
Ook hier op aarde
kan dit tot op zekere hoogte
ervaren worden,
als de Heer
genadig zijn aanwezigheid laat zien.
Deze aanwezigheid
brengt een wonderlijke zekerheid mee
die ons geloof en onze hoop bevestigt
door de hoge graad van liefde
in vrees,
die zoet is en overheerlijk.

Uit de geschriften van Ralph Emerson

Wanneer liefde hem waarschuwt,
wanneer hij,
gemaand vanuit den hoge,
kiest voor goede en grote daden,
dan klinken diepzinnige melodieën door zijn ziel,
ontsprongen aan de hoogste wijsheid.
Dan kan hij aanbidden
en zich verruimd voelen
door zijn aanbidding;
want dit gevoel
kan niet worden overtroffen.
Alle uitingen van dit gevoel
zijn even heilig en durend
als ze zuiver zijn.
Zij ontroeren ons sterker
dan welke uitspraken ook.
De spreuken uit het ver verleden,
die van deze vroomheid getuigen,
zijn nog fris en geurig.

Uit de geschriften van Søren Kierkegaard

Eerst moet je in diepste zin
jezelf tot niets maken,
leren zwijgen,
als een niets
voor het gelaat van God.
Als men stom tegenover God kan worden,
staat men aan het begin
van de schroom voor God.
En zoals schroom
het begin van alle wijsheid is,
zo is het stil-zijn
het begin van de schroom.
En zoals schroom
al meer dan het begin van de wijsheid is,
namelijk: zelf al wijsheid,
zo is ook stil-zijn
al meer dan het begin van de schroom.
Het is zelf al schroom.

Uit de geschriften van Dietrich Bonhoeffer

De Schrift
kan niet zomaar gelezen worden
als andere boeken.
Men moet bereid zijn,
werkelijk te vrágen,
alleen dan gaat de Schrift open.
Dat komt,
omdat hier God tot ons spreekt.
En God wil gevraagd worden.
Wij maken ons het woord
van iemand die wij liefhebben
niet eigen door het te ontleden.
Zo’n woord aanvaarden wij eenvoudig.
Het klinkt dagenlang in ons na,
eenvoudig als het woord
van deze mens die wij liefhebben.
En naarmate wij
het woord in ons hart overwegen
leren wij degene
die het ons gezegd heeft,
beter kennen.

Uit de geschriften van Simone Weil

Vreugde
is voor de studie even onmisbaar
als een regelmatige ademhaling voor hardlopers.
Door het verlangen
kan de studie
een voorbereiding op het geestelijk leven worden.
Want het op God gerichte verlangen
is de enige kracht die in staat is
de ziel op te doen stijgen.
Ongetwijfeld
kan alleen God de ziel vatten en opheffen,
maar alleen het verlangen
nodigt God uit om neer te dalen.
Hij komt slechts tot hen
die Hem vragen te komen,
en God kan er zichzelf niet van weerhouden
te komen tot hen
die Hem er lang,
vurig en dikwijls om smeken.

Gebed

O Jij,
geheim van leven,
leer ons
eerbiedig omgaan
met al wat ons omgeeft.
Vorm ons om
tot jouw gemeenschap.

Zang

Al     Bron van wijsheid,
00     ontzagwekkend.

Vz     Krachtig stroomt jouw liefde,
Al      bron van wijsheid,
Vz     goed, uitermate,
Al      ontzagwekkend.

Vz     Trouw het werk van jouw handen,
Al      bron van wijsheid,
Vz      mild om ons bewogen,
Al       ontzagwekkend.

Vz      Jij blijft naar ons op zoek,
Al       bron van wijsheid,
Vz      laat ons niet verloren gaan,
Al       ontzagwekkend.

Vz      Zegenrijke overvloed,
Al       bron van wijsheid.
Vz      Alles leeft in Jou,
Al       ontzagwekkend.

Al      Bron van wijsheid,
00      ontzagwekkend.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Ad de Keyzer
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.