psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 120

Zang

K1     Die in onze doodsangst roept,
K2     noodkreet van de armen.

K1     Die hongert naar gerechtigheid,
K2     dorst naar waarheid.

K1     Die de leugen in het hart treft,
K2     weerloos gelaat.

K1     Die zich in gastvrijheid opent,
K2     herberg voor de vreemden.

K1     Die ons wonen laat in vrede
K2     van aangezicht tot aangezicht .

Al      Wees aanwezig,
0        naam die ons bidden draagt,
0        stem die tot inkeer brengt,
0        gelaat dat mij aanziet,
0        woning voor ontheemden,
0        vrede.

Beurtlezing – Deuteronomium 10,12-21

Nu dan, Israël,
wat verlangt van jou
Wezer, je Machtige,
anders dan dit:
Wezer, je Machtige, schromen,
al zijn wegen gaan,
verknocht zijn met Hem.

Je verknechten met Wezer, je Machtige,
met heel je hart,
met heel je ziel
de geboden van Wezer bewaken
en zijn kerven
die ik je vandaag gebied.
Het zal je goed gaan.

Hier, van Wezer, je Machtige, is de hemel
en de hemel van de hemelen,
het land en al wat er leeft.

Alleen met jouw vaderen
heeft Wezer zich verbonden
om met hen verknocht te zijn.
Jullie heeft Hij verkoren, hun nazaat,
uit alle volken,
zoals vandaag blijkt.

Besnijd de voorhuid van je hart,
wees niet langer hardnekkig,
ja, Wezer, jullie Machtige,
is de Machtige van de machtigen
en de Meester van de meesters,
de grote, sterke, schromelijke Macht.

Die niemand naar de ogen ziet,
geen geschenken aanneemt,
die schikking maakt voor weduwen en wezen,
verknocht is met gasten,
hun brood en kleding geeft.

Jullie zullen verknocht zijn met gasten,
ja, jullie zijn zelf gast geweest
in het land Egypte.

Wezer, je Machtige, zul je schromen,
met Hem je verknochten,
met Hem je verkleven,
bij zijn naam je verzekeren.

Hij is je viering,
Hij is je Machtige,
die grote dingen met je maakte,
de schromelijke dingen
die je ogen gezien hebben.

Stilte

Nabij ben Jij,
Wezer,
in mijn nauwte.

Psalm

Stilte

Spreek mij vrij,
Wezer,
bij vijandschap.

Wenk

Uit de brief aan Diognetus

Elk vreemd land is hun vaderland,
maar elk vaderland blijft hen vreemd.
Ze houden van alle mensen,
maar worden door iedereen vervolgd.
Ze zijn onbekend,
maar ze worden toch veroordeeld.
Ze worden ter dood gebracht,
en zie:
ze krijgen het leven.
Ze moeten bedelen,
maar maken velen rijk.
Ze komen van alles te kort,
en toch hebben ze alles in overvloed.
Ze worden te schande gemaakt,
maar daarin vinden ze roem.
Ze worden gelasterd,
en toch in ere hersteld.
Men scheldt ze uit,
maar zij spreken een zegen uit.
Ze worden bespot,
maar betuigen respect.

Uit de visioenen van Hadewijch

Word je verstoten
en versmaad door mensen,
laat je er niet ongelukkig door maken,
ook al zal het onmenselijk zwaar zijn
om te dragen.
Wil je de minne nastreven
zoals dat hoort bij je fiere natuur
die Mij geheel en al voor jou opeist,
dan zul je zo vervreemd raken van de mensen,
zo versmaad en veracht zijn
dat je niet eens zult weten
waar onderdak te vinden,
niet eens voor één nacht.
Alle mensen zullen je in de steek laten
en niemand zal met je willen zijn
in je nood en ellende.

Uit ‘Zangen’ van Jacopone van Todi

O mijn Heer, Jij bent naakt
en ik heb een overvloed aan kleren.
Ik ben verzadigd
en Jij lijdt honger.
Jij staat te schande
en ik jaag eer na.
Arme Heer en Bedelaar,
voor mij heb Jij je uitgesloofd
en ik ben een misdadige zondaar,
rijk, vet en welgevormd.
Dit verschil is niet terecht:
ik in welstand
en Jij in kwelling.
O mijn Heer zonder land,
huis of pachtgoed,
de gedachte beklemt mij zeer
dat ik afgedwaald ben van jouw weg;
ik bega een grote misdaad
Jou niet te willen volgen.

Uit ‘Navolging van Christus’ van Thomas van Kempen

Bewaar jezelf in vrede,
dan kun je anderen tot vrede brengen.
Een mens die driftig is
trekt ook het goede nog ten kwade
en gelooft gemakkelijk het kwade.
Een goed mens die vrede brengt
keert alles ten goede.
Wie echt in vrede is
koestert geen verdenking.
Wie evenwel ontevreden en geprikkeld is
wordt door allerlei verdenkingen gedreven.
Zelf kent hij geen rust
en anderen laat hij niet tot rust komen.
Hij zegt dikwijls
wat hij niet moest zeggen
en laat na
wat hij wel diende te doen.
Hij observeert waar anderen toe gehouden zijn
en verwaarloost wat hijzelf moet doen.

Uit ‘Levende liefdevlam’ van Jan van het Kruis

O mijn God en mijn Leven!
Slechts zij zullen uw zachte aanraking
bemerken en ervaren,
die gast zijn in deze wereld
en zacht geworden zijn.
Zo past het zachte bij het zachte.
Op deze manier
kunnen zij U gewaarworden en genieten.
Zulke zielen raakt Gij nog op fijnere wijze aan,
omdat de kern van hun ziel
zacht en zuiver en rein geworden is.
Zij is gast geworden
voor ieder schepsel,
voor ieder gezicht
en voor iedere benadering
door het schepsel.

Uit de geschriften van Søren Kierkegaard

Ik voel me akelig vreemd
en zo verschillend
van wat de mensen in het algemeen
sterk bezighoudt.
Op de meest verschillende wijzen
ondervind ik dag in dag uit,
bij ieder contact,
die ongelijksoortigheid.
Onafgebroken beloeren mij
de nieuwsgierigen
als een vreemdeling
die nu eens benijd wordt,
dan weer aangegrinnikt,
bewonderd
of als in een dierentuin begluurd,
kortom,
men stelt alles in het werk
mij te verhinderen mezelf te zijn
en zo mogelijk
zelfs ieder ander te verhinderen
zichzelf te zijn
in contact met mij.

Uit de geschriften van Titus Brandsma

Ook wij belijden
onze voortkomst uit God.
Ook wij willen,
wat Hij wil.
Maar wij vergoddelijken onszelf niet.
Wij erkennen voortkomst
in afhankelijkheid.
En als wij roepen en bidden
om de komst van zijn Rijk,
dan vragen wij niet
om discriminatie van ras en bloed,
maar dan zijn alle mensen onze broeders,
zelfs zij,
die ons haten en bestrijden.
In vereniging met Hem,
die zijn zon doet opgaan
over goeden en kwaden.

Gebed

Vanuit de nauwte
roepen wij naar Jou,
o God,
voor wie op de vlucht zijn,
ontheemd en dakloos,
op zoek naar vrede:
een plaats om te wonen.

Zang

Verborgen leef Jij in het donker
van mijn angst geef Jij
mijn roepen stem.

Mijn ziel, in schijn verstrikt, herademt
in de stille ruimte
van jouw waarheid.

Het kwaad wordt, in zichzelf gekeerd,
door Jou ontbonden, hier
zegeviert het recht.

Bij Jou ben ik te gast, Jij bent
de tent waarin ik woon,
geboortegrond.

Jouw leven leven wij in vrede,
vreemdeling en vriend,
van gelaat tot gelaat.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Ad de Keyzer
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.