psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 15

Zang

Al     Jij die woont in heiligheid,
00     heilig ons in Jou.

K1    Onze voeten
00     op weg naar gaafheid,
K2    onze handen
00     op zoek naar waarheid,
Al     heilig ons in Jou.

K1    Onze tong
00     beteugeld door eerbied,
K2    ons hart
00     gehecht in oprechtheid,
Al     heilig ons in Jou.

K1    Jouw gemeenschap
00     onrecht werend,
K2    recht verschaffend
00     aan verdrukten,
Al     heilig ons in Jou.

Al     Jij die woont in heiligheid.
00     heilig ons in Jou.

Beurtlezing – Leviticus 19,1-2.11-18.36-37

Wezer sprak tot Mozes en zei:
Spreek heel de gemeenschap van Israël toe
en zeg tegen hen:
‘Heilig zul je wezen,
want Ik ben heilig,
Wezer, jullie Machtige.

Je zult niet stelen,
je zult niet liegen,
de ander niet bedriegen.
Je zult geen meineed plegen bij mijn naam
en zo de naam van je Machtige ontwijden.
Ik Wezer.

Je zult je naaste niet afpersen,
je zult hem niet uitbuiten.
Het loon van een dagloner
zul je niet vasthouden tot de morgen.
Een dove zul je niet vervloeken,
een blinde niet laten struikelen.
Je zult je Machtige schromen.
Ik Wezer.

Wees bij schikking onpartijdig,
begunstig de arme niet
en zie de rijke niet naar de ogen.
Schik je naaste bewarend,
strooi geen lasterpraat rond,
sta je naaste niet naar het leven.
Ik Wezer.

Je zult je broer niet schuwen in je hart,
wijs hem openlijk terecht,
vergrijp je niet aan hem.
Wees niet wraakzuchtig, niet haatdragend
jegens je volksgenoot.
Bemin je naaste als jezelf.
Ik Wezer.

Gebruik een zuivere weegschaal,
zuivere gewichten en zuivere maten
voor koren en olie.
Ik Wezer, jullie Machtige,
heb je uit het land Egypte geleid.

Je zult al mijn kerven bewaken,
al mijn schikkingen maken,
Ik Wezer.

Stilte

Wie vindt bij Jou,
Wezer,
zijn toevlucht?

Psalm

Stilte

Houdt mij gaande,
Wezer,
jouw toekomst in.

Wenk

Uit ‘Gerontikon’

Een broeder vroeg abba Matoës:
‘Wat moet ik doen,
want mijn tong maakt het mij moeilijk.
Als ik me onder de mensen begeef,
kan ik haar niet in bedwang houden.
Ik veroordeel ze,
ondanks hun goede werken.
Wat moet ik doen?’
De oude gaf ten antwoord:
‘Als iemand neerzit te midden van broeders,
moet hij niet vierkant,
maar rond zijn,
om gemakkelijk naar de ander toe te rollen.’
En hij voegde er aan toe:
‘Niet uit deugd zit ik hier in mijn eentje,
maar uit zwakte.
Want sterk zijn zij
die zich onder de mensen begeven.’

Uit de geschriften van Dorotheos

De Vaders hebben gezegd:
‘Niets is erger dan oordelen.’
Het begint met vermoedens.
Vervolgens zegt men:
‘Ik hoef niet te luisteren
naar wat die broeder zegt.
En wat maakt het uit,
of ik openlijk reageer?’
Daarna begint het verstand
zijn eigen vergrijp te vergeten
en zich bezig te houden met zijn naaste.
Vandaar komen beoordelingen,
kwaadspreken en minachting.
Ten slotte houdt men zich alleen nog maar bezig
met de naaste.
En niets ergert God meer,
niets berooft de mens zozeer
en brengt hem tot Godverlatenheid
als kwaadspreken over zijn naaste,
hem beoordelen of verachten.

Uit ‘Gesprekken’ van Cassianus

Een hart dat niet zuiver is,
kan onmogelijk de geestelijke kennis verwerven.
Niemand doet toch in een pot die bedorven is
een edele zalf
of een kostbare vloeistof?
Aardewerk dat eenmaal van een vieze lucht is doordrongen,
besmet gemakkelijker de meest welriekende parfum
dan dat het daarvan iets aangenaams
of geurigs overneemt.
Het zuivere bederft veel sneller
dan dat het bedorvene gezuiverd wordt.
Zo is het ook
met het vat van ons binnenste:
als het niet eerst
van alle besmetting van ondeugd wordt gezuiverd,
verdient het niet
de zalf van de zegening te ontvangen.

Uit de geschriften van Aelred van Rielvaulx

‘Vriendschap’,
zo zegt de heilige Ambrosius,
‘is geen belastingplicht,
maar is vol schoonheid en gratie.
Ze is een deugd,
geen lucratief bedrijf.
Je verkrijgt haar niet met geld,
maar door genegenheid,
niet door koop bij opbod,
maar door te wedijveren in welwillendheid.
Als je dus iemand tot vriend kiest,
moet je zijn intentie nauwkeurig onderzoeken,
zodat hij niet je vriendschap wil
in de hoop er beter van te worden,
haar als koopwaar beschouwend
in plaats van als gave.

Uit de brieven van Hadewijch

Wie God bemint,
bemint zijn werken.
Zijn werken zijn de edele deugden.
Wie bijgevolg God bemint,
bemint de deugden.
En deze minne is waarachtig en vol troost.
De minne wordt bewezen door haar deugden,
niet door haar zoetheden.
Want het komt wel eens voor
dat een mens die minder bemint,
meer zoetheid voelt.
Niet naarmate iemand voelt,
is de minne in hem,
maar naarmate hij gegrond is in de deugden
en geworteld in de naastenliefde.
Het verlangen is soms wel zoet
waar het zich op God richt,
maar dat is niet allemaal God.

Uit ‘Geestelijke opklimmingen’ van Gerard Zerbolt van Zutphen

Ten slotte beoefent hij de deugden
alleen omwille van de goedheid
die ons in iedere deugd gegeven is.
Door diezelfde hang naar zuiverheid en liefde
verafschuwt hij slechtheid,
dankzij de minne,
dankzij het verlangen naar deugden,
dankzij een innerlijk genieten van de deugden.
Hij bewerkt die deugden niet
door zich tegen genoegens te verzetten,
maar juist door de hang naar de deugden zelf
in zijn diepste innerlijk te bewaren.
Hij is het die het goede doet
omwille van het goede,
bekoord door de hang naar het goede.

Uit de geschriften van Broeder Laurentius

We moeten ons er voortdurend op toeleggen,
van iedere handeling
die wij verrichten
een kort onderhoud met God te maken.
Dit moet echter niet gedwongen gebeuren,
maar zoals het opkomt
uit de zuiverheid
en de eenvoud van het hart.

Gebed

O Jij,
Geheim van leven,
doordring ons zo diep
van eerbied voor Jou,
dat ons spreken en doen
gereinigd worden van schijn
en dubbelzinnigheid.
Vorm ons om
tot wij geheiligd zijn
in Jou.

Zang

Al     Laat wonen
00     jouw nabijheid onder ons.

Vz     Dat wij waarachtig onze weg gaan,
Al     jouw nabijheid onder ons.
Vz     Dat wij onze naaste trouw zijn,
Al     jouw nabijheid onder ons.
Vz     Dat wij niet het recht verkrachten,
Al     jouw nabijheid onder ons.
Vz     Dat wij ons erewoord niet schenden,
Al     jouw nabijheid onder ons.

Al     Laat wonen
00     jouw nabijheid onder ons.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Ad de Keyzer
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.