Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.
Psalmviering 27
Zang
Vz Om dit ene bid ik:
K1 dat jouw licht
00 mijn uitzicht is,
K2 jouw bevrijding
00 mij verwijdt.
Vz Dit ene zoek ik:
K1 jouw mildheid
00 in dit leven zien,
K2 jouw goedheid
00 door de dag heen schouwen.
Vz In dit ene hecht ik mij:
K1 in jouw gelaat,
00 Jij die mij zoekt,
K2 in jouw naam,
00 Jij die mij roept.
Beurtlezing – Jesaja 41,10-13
Schroom niet, ja, Ik ben met je.
Kijk niet angstig rond, ja, Ik ben je Machtige.
Ik maak je stevig, Ik help je,
Ik ondersteun je met mijn rechterhand,
mijn bewaring.
Hier, al wie tegen jou in woede zijn ontvlamd,
zullen zich schamen en te schande staan.
De mannen die jou bestrijden
wezen zullen zij als niets en verloren gaan.
Jij zult ze zoeken, maar niet vinden,
die mannen die jou bestoken.
Wezen zullen zij als niets en in het niet verzinken,
de mannen die oorlog voeren tegen jou.
Ja, Ik Wezer ben je Machtige.
Ik grijp je bij je rechterhand,
Ik zeg je: ‘Schroom niet,
Ik help je.’
Stilte
Jij bent mijn levenslicht,
Wezer,
mijn bevrijding.
Psalm
Stilte
Naar Jou,
Wezer,
zien wij uit.
Wenk
Uit ‘Het gebed’ van Origenes
Wanneer iemand de zon zoekt,
maakt de aanwezigheid
of afwezigheid van schaduw
hem noch blij noch verdrietig.
Hij heeft het meest noodzakelijke:
het licht,
of hij nu zonder schaduw is
of er meer of minder van heeft.
Dit gaat ook op voor ons.
Als wij door God verlicht worden
tot het bezit van het volmaakte
en ware goede,
dan zullen wij niet zeuren
over iets als schaduw.
Al het vergankelijke is niet meer
dan een broze schaduw
en niet te vergelijken
met de God van het heelal.
Uit ‘Gesprekken’ van Cassianus
Wij bidden in het verborgene,
wanneer we in ons hart
geen drukke gedachten
of zorgen meer toelaten
en de Heer
in het verborgene
en vol vertrouwen
onze vragen voorleggen.
Wij bidden met gesloten deuren,
wanneer we onze lippen gesloten houden
en in absolute stilte smeken tot Hem
die niet onze woorden,
maar ons hart onderzoekt.
Wij bidden in het verborgene,
wanneer wij onze vragen
in het hart en in onze gebundelde geest
alleen voor God openleggen.
Uit ‘Zeven manieren van minne’ van Beatrijs van Nazareth
Soms gebeurt het
dat de minne op zoete wijze
in de ziel wordt gewekt
en vreugdevol tot leven komt
en zichzelf in het hart doet gevoelen
zonder enig toedoen van menselijk werk.
Dan wordt het hart
zo teder in minne aangeraakt,
zo met begeerte getrokken,
zo hartgrondig in minne omvat,
zo krachtig met minne bedwongen,
zo liefdevol in minne omhelst,
dat het met de minne
geheel en al verwonnen wordt.
Hierin voelt zij een grote nabijheid tot God,
een geestelijke klaarheid,
een wonderlijke zaligheid,
een edele vrijheid,
een grote overmacht van sterke minne
en een overvloedige volheid
van groot genoegen.
Uit ‘Inwijding in het ongeweten weten’
Wanneer je inkeert in jezelf,
vraag je dan niet af
wat je het eerst zult doen.
Schuif alle gedachten terzijde,
de goede zowel als de slechte.
Bid niet met woorden,
behalve als je daar genoegen aan beleeft.
En als je toch woorden wilt gebruiken,
bekommer je dan niet
om de lengte van je gebed.
Vraag je ook niet af
wat het betekent
of wat voor gebed het is.
Zorg ervoor
dat in je biddende geest
niets anders aanwezig is
dan een loutere gerichtheid,
reikend naar God
en ontdaan van iedere gedachte over God
zoals Hij is in zichzelf
of in zijn werken,
maar alleen gericht op Hem,
die is zoals Hij is.
Laat Hem zichzelf zijn,
bid ik je,
en niets anders.
Uit ‘Alleenspraak van de ziel’ van Thomas van Kempen
O goed boven alle goed,
einddoel zonder einde,
wanneer zal ik U genieten
zonder maat en zonder einde?
Slechts één ding is nodig.
Dat ene zoek ik,
naar dat ene verlang ik.
Vanwege dat ene is alles
en uit dat ene komt alles.
Wat is dat ene?
Ik kan het niet benoemen,
maar ik voel dat ik ernaar verlang,
dat niets beter en groter is
dan dat ene
en dat ik het toch niet kan bevatten.
Want dat ene
bevindt zich niet tussen alles,
maar boven alles.
Het is mijn God.
Uit de geschriften van Franciscus Amelry
Wie hun zinnen zetten
op hetgeen veranderlijk en onbestendig is
komen jammerlijk bedrogen uit,
als verandert wat veranderlijk is,
als hun ontgaat wat vergankelijk is,
als verkeert wat verkeren kan.
Dan zoeken ze
als een opgejaagd vogeltje
weer een ander takje om op te rusten,
waar zij nochtans
evenmin rustig kunnen blijven
zonder verandering,
en dan zoeken zij weer die verandering.
Jij zoekt en begeert vele verschillende dingen
en wat houd je anders over
dan verzuchtingen,
mistroostigheid
en verdriet in het leven.
Eén ding is noodzakelijk.
Uit de geschriften van broeder Laurentius
Ik ken iemand
die veertig jaar lang
de tegenwoordigheid van God beoefent.
Aan deze oefening
geeft hij verschillende namen.
Soms noemt hij haar
‘enkelvoudige daad’
of ‘heldere kennis van God’,
dan weer ‘liefdevolle blik op God’,
‘denken aan God’.
Andere keren geeft hij haar de naam van
‘aandacht voor God’,
‘zwijgend onderhoud met God’,
‘vertrouwen op God’,
‘het leven en de vrede van de ziel’.
Gebed
Jij die ons beschermt,
ons wil bevrijden,
wees de ziel van ons verlangen.
In angst en vertwijfeling
houden wij ons vast aan Jou.
Buig je naar ons,
wees ons nabij.
Zang
O wanneer ik mij niet hechtte
in jouw licht – de nacht zou
mij de dood indrijven.
O wanneer ik mij niet hechtte
in jouw bevrijding – doodsangst zou
mij bevangen.
O wanneer ik mij niet hechtte
in jouw naam – hoe zou
jouw liefde in mij zingen?
O wanneer ik mij niet hechtte
in Jou – hoe zou
jouw mildheid mij bewonen?
Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.
© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Joeke Klein Bog
© Psalmzetting: Ad de Keyzer
Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.