Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.
Psalmviering 63
Zang
Zoals de nacht
zich uitstrekt naar het licht,
het eerste licht
zich in dit uiterste
verlangen kleedt,
zo dorst mijn ziel
naar Jou, voorbij de einder
van het leven,
alleen om Jou
is mijn gemis geweven.
Zo schouw ik Jou
in ontoeganklijk licht,
jouw heerlijkheid
vervult de aarde:
heilig, heilig, heilig!
Alles trilt
tot in zijn fundamenten,
zo genadig
tref Jij ons,
niet te geloven.
Beurtlezing – Jesaja 55,1-3.8-11
Hierheen, al wie dorst hebben,
kom tot de wateren,
en wie geen geld hebben,
kom kopen en eet,
kom wijn en melk kopen
zonder geld en zonder betalen.
Waarom weeg je je geld af
voor wat geen brood is,
en tob je je af
voor wat niet verzadigt?
Hoor horig naar Mij,
en eet het goede,
zodat je ziel zich verlustigt
in overvloed.
Neig jullie oor en kom naar Mij,
hoor, en je ziel zal leven.
Ik sluit een eeuwige verbintenis met jullie:
de hechte gunsten aan David beloofd.
Zoek Wezer, nu Hij zich vinden laat,
roep Hem, nu Hij nabij is.
Laat de doemende zijn weg verlaten
en de zwellige zijn gedachten.
Laat hij zich keren naar Wezer,
en Hij vertedert zich over hem,
zich keren naar onze Machtige,
ja, bij Hem is veel vergeving.
Nee, mijn gedachten zijn niet jullie gedachten
en jullie wegen zijn mijn wegen niet
– aanspraak van Wezer.
Ja, zoals de hemel steil uitrijst
boven de aarde,
zo rijzen mijn wegen steil uit
boven jullie wegen
en mijn gedachten
boven jullie gedachten.
Ja, zoals de regen en de sneeuw
neerdalen uit de hemel
en daarheen niet terugkeren,
voordat zij de aarde
doordrenkt en bevrucht hebben,
met planten bedekt,
voordat zij hebben gegeven
zaad aan de zaaier
en brood aan de eter,
zo zal wezen mijn aanspraak,
die uitgaat uit mijn mond:
zij keert niet ledig naar Mij terug,
maar doet wat Mij behaagt,
volvoert waartoe Ik haar zond.
Stilte
Jij bent mijn levenslicht,
Machtige,
scheppende liefde.
Psalm
Stilte
Laat mijn leugens,
Machtige,
vastlopen in zichzelf.
Wenk
Uit ‘Spreuken van de woestijnvaders’
Arsenius ontvlamde
van verlangen naar Gods liefde.
Hij liet alle tijdelijke roem
van deze wereld
in de steek
en trok naar de woestijn
om er een leven te leiden
dat verwijderd was
van het lawaai
van deze wereld,
en om,
bevrijd van de verlokkingen
en de genietingen van het lichaam,
zich met heel de vurigheid van zijn geest
te hechten aan onze Heer,
naar het Schriftwoord:
‘Mijn ziel heeft zich gehecht aan U
en uw rechterhand heeft mij tot zich genomen.’
Uit ‘Mystieke theologie’ van Dionysius de Areopagiet
Verzamel je aandacht
voor het mystieke schouwen.
Laat het zintuiglijk waarnemen en begrijpen,
al het zintuiglijke
en al het begrippelijke,
al wat niet is
en al wat is,
achter je.
En richt jezelf kennisloos,
voor zover dat mogelijk is,
op de vereniging
met wat alle zijn en alle kennen te boven gaat.
Ja, doe afstand van jezelf,
onthecht aan alles
en van alles bevrijd.
En wanneer je alles losgelaten hebt
en van alles bent bevrijd,
zul je worden opgenomen
in de straal van goddelijk duister,
voorbij al wat is.
Uit de brieven van Hadewijch
Wie God wil begrijpen
en wil weten wie Hij is
in zijn naam
en in zijn wezen,
die moet geheel en al
van God zijn.
Inderdaad,
zo geheel van God moet hij zijn,
dat alles in hem van God is
en hij zonder zichzelf blijft.
Wie God wil vinden
en wil weten
wie Hij in Zichzelf is,
die verlieze zichzelf.
Wie weinig weet,
kan maar weinig zeggen.
Zo gaat het ook mij,
God weet het.
Veel geloof ik
en hoop ik van God,
maar mijn weten van God
is gering.
Uit ‘Boek van de eerste monniken’ van Filipe Riboti
In een woest,
ongebaand
en waterloos land,
zo ben ik voor U
in het heiligdom verschenen,
o God,
om uw kracht en heerlijkheid te schouwen.
De eremiet verkoos
in een woest,
ongebaand
en waterloos land
te verblijven
om zo in het heiligdom te komen.
Dat wil zeggen:
om zo met een zuiver hart
voor God te verschijnen.
Dit is het hoofddoel van het kluizenaarsleven
dat hij gekozen heeft:
aan God een zuiver hart aanbieden.
Uit ‘Donkere nacht’ van Jan van het Kruis
In de liefde
zijn alle krachten van de ziel
samengebundeld.
Tegelijk is de ziel zelf
met betrekking tot al deze krachten
gewond.
Zij ziet zich gewond
door een sterke liefde
en toch ontbeert zij
het genot van die liefde.
De aanraking van deze liefde,
dit goddelijk vuur,
doet de geest uitdrogen.
Dit wordt zo hevig,
dat zij zich op alle mogelijke manieren
naar God keert,
met het vurige smachten
van haar verlangen.
David geeft dit te verstaan,
wanneer hij zegt:
‘Mijn ziel dorst naar U,
mijn ziel verliest zich in U.’
Uit ‘Het leven’ van Maria Petyt
Ik heb mij al dikwijls vol vuur gevoeld,
overweldigd door een
ik weet niet welke goddelijke kracht
en aangespoord
om te voldoen aan Gods verlangen,
zoals mij inwendig
uitdrukkelijk kenbaar werd gemaakt.
Het zette mij ertoe aan
Hem met een onmetelijke liefde
aan te hangen
in een pure afgescheidenheid
van alle schepselen.
De aantrekking tot de Beminde
was zo krachtig
dat ik tussen twee zwaarden
en door vuur zou zijn gelopen
om de weldaad te verwerven
die zich zo liefdevol
aan mijn ziel aanbood.
Uit ‘Wetenschap van het kruis’ van Edith Stein
De mystieke nacht
veronderstelt een wegzinken
van de uiterlijke wereld,
al ligt deze ook buiten
in het heldere daglicht uitgespreid.
Hij brengt de ziel
in eenzaamheid en leegte;
hij onderbreekt de activiteit
van haar vermogens
en maakt haar bang
door dreigende verschrikkingen,
die hij in zich draagt.
Tegelijk is er het nachtelijke licht,
dat diep in het innerlijk
een nieuwe wereld ontsluit
en de wereld buiten
als het ware van binnenuit verlicht,
zodat zij ons
als een volledig veranderde wereld
wordt teruggeschonken.
Gebed
Naar Jou,
o God van bevrijding,
strekken wij onze handen uit.
Ontmasker alle schijn en leugen
en breng jouw waarheid
aan het licht.
Zang
Al Goed jouw gunst,
00 meer dan leven.
Vz Door het eerste licht gewekt,
Al goed jouw gunst,
Vz schouw ik jouw liefde,
Al meer dan leven.
Vz Zo zegen ik Jou,
Al goed jouw gunst,
Vz uitgestrekt naar Jou,
Al meer dan leven.
Vz In de nacht gedenk ik Jou,
Al goed jouw gunst,
Vz in de schaduw van jouw vleugels,
Al meer dan leven.
Vz In jouw spoor word ik bewogen,
Al goed jouw gunst,
Vz jouw hand geleidt mij,
Al meer dan leven.
Al Goed jouw gunst,
00 meer dan leven.
Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.
© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Jan Egberink
© Psalmzetting: Ad de Keyzer
Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.