psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 70

Zang

K1     Jij bent mij in jouw schepping
00      eeuwig voor,
Al      haast je mij te hulp,
K2     dat niet mijn leven
00      in de dood verdwijnt.

K1     Jij brandt mij open, sneller
00      dan het licht,
Al      haast je mij te hulp,
K2     dat niet mijn ogen
00      in het duister doven.

K1     Jij treft mij in de afgrond
00      van mijn hart,
Al      haast je mij te hulp,
K2     dat niet de groeve
00      boven mij zich sluit.

K1     Jij weeft mij in het wezen
00      van jouw liefde,
Al      haast je mij te hulp,
K2     dat niet voor eeuwig
00      ik verloren ga.

Beurtlezing – Jesaja 63,15-16 – 64,7-11

Kijk uit de hemel omlaag,
zie vanuit je heilige en prachtige woning.
Waar zijn je ijver en je sterkte?
Jouw deernis en vertedering,
waarom onderdruk Jij ze?

Jij bent toch onze vader.
Abraham voelt ons niet,
Israël kent ons niet.
Jij, Wezer, onze vader,
onze redder van eeuwigheid is jouw naam.

Niemand roept jouw naam,
niemand roert zich om Jou vast te houden.
Ja, Jij hebt je gelaat voor ons verborgen
en ons prijsgegeven aan de greep
van onze verwringingen.

En nu, Wezer, Jij bent onze vader,
wij zijn de klei,
Jij bent onze vormer,
wij allen zijn de maak van jouw handen.

Wezer, wees niet woedend tot het uiterste,
gedenk niet altijd door onze verwrongenheid.
Hier, kijk dan, allen zijn wij jouw volk.

Jouw heilige steden zijn een steppe geworden,
Sion moet een steppe wezen,
Jeruzalem een wildernis.

Ons heilig, prachtig huis
waar onze vaderen Jou vierden
moest wezen een prooi van het vuur,
al wat ons dierbaar was
moest wezen een puinhoop.

Houd Jij je bij dit alles in, Wezer,
blijf Jij zwijgen en ons buigen
tot het uiterste?

Stilte

Wees mij voor,
Machtige,
met jouw redding.

Psalm

Stilte

Laat mij,
Wezer,
niet verloren gaan.

Wenk

Uit ‘Gesprekken’ van Cassianus

Om God voortdurend indachtig te zijn
moet dit vers u zonder ophouden
voor de geest staan:
‘God, kom mij te hulp,
Heer, haast U mij te helpen.’
Het drukt alle gevoelens van de mens uit
en is van toepassing op iedere situatie.
Het bevat tegen alle gevaren
het beroep op God,
het bevat de nederigheid van de vrome erkenning,
de waakzaamheid van de voortdurende schroom,
de beschouwing van eigen zwakheid,
de stellige verwachting verhoord te worden,
het vertrouwen op de altijd en overal aanwezige hulp.
Het vertolkt de liefde
van een vurig minnende ziel.

Uit ‘Spreuken’ van Diadochus van Fotikè

Omdat wij in de deugd van gebed
verre van volmaakt zijn,
onmondige kinderen nog,
is de hulp van de Geest onontbeerlijk voor ons
om zover te komen
dat al onze gedachten
doordrongen en doortrokken zijn
van zijn onuitsprekelijke zoetheid
en wij ons met heel ons wezen
geven aan het voortdurend gedenken
en de liefde van God.
Want in Hem,
zo zegt de goddelijke Paulus,
roepen wij:
‘Abba, Vader’,
wanneer wij van Hem
eenmaal het ritme geleerd hebben
waarop wij zonder onderbreking
God ‘Vader’ noemen.

Uit de geschriften van Willem van Saint-Thierry

Terwijl ik verlang
dat uw licht voor mij straalt,
word ik plotseling één en al duisternis
door de verwarring van mijn gemoed,
zodat ik bijna de indruk krijg
dat ik beter niet naar uw nabijheid had gezocht.
Wie toch zal mij kunnen troosten,
als U me troosteloos alleen wil laten.
Zolang ik bij U ben,
ben ik ook bij mijzelf.
Ik ben niet echt bij mijzelf,
als ik niet bij U ben.
Ja, ellende over mij
elk ogenblik dat ik niet bij U ben,
want zonder U
houdt mijn bestaan geen ogenblik stand.

Uit de geschriften van Margareta Porete

Dichtbij is de vrede
van de Ver-nabije
die de ziel van haar werk bevrijdt.
Deze Ver-nabije maakt haar vrij,
niets belast haar meer,
ze is ontheven van alle plichten
want ze leeft uit de vrijheid.
Wie dient
is niet vrij,
wie nog voelt
is niet dood.
Wie verlangt
begeert,
wie bedelt
heeft gebrek aan Gods gunst.
Maar wie zich vasthoudend
aan de liefde overgeven
doen niets
behalve uit liefde
en verdragen voortaan benauwdheid,
al was die nog zo groot,
als God in zijn goedheid.

Uit ‘Mystieke theologie’ van Dominique de Saint-Albert

De mystieke mens
bemint zo volmaakt
dat zijn liefde niets omvat
dan God zelf,
in Hemzelf
en als het ware door Hemzelf.
Daarom voelt hij geen verlangen
God te zien.
Hij voelt zich enkel verrukt
en bewogen worden
door de ongeschapen liefde
die hem wederliefde vraagt.
Omdat hij dat niet kan,
voelt hij zich machteloos
en bezwijkt hij voortdurend
onder dezelfde liefde.
Door deze machteloosheid
geeft hij zich geheel uit handen
aan dezelfde oneindige liefde van God.
Hij bestaat,
leeft
en ademt nog slechts
door middel van wat God is.

Uit de geschriften van Maur de l’Enfant Jésus

Wanneer de ziel verenigd is met God,
verlangt zij niets meer dan zijn werking.
Zijn handelen is haar genieting
waarin zij zich meer en meer laat vallen
zonder nog na te denken
over alles wat in haar gebeurd is.
Zo verliest zij zichzelf
en al haar belangen
in het binnenste en de onmetelijke liefde
van haar goddelijke Bruidegom.
Zij is met Hem
als het ware vereenzelvigd
en zij ziet Hem
niet meer buiten zich,
maar als haar leven,
haar schat en haar al
en nog boven dat alles.

Uit de geschriften van Søren Kierkegaard

De zelfbetrokken mens beeldt zich in
dat zijn bidden
vooral hier op aan moet sturen,
dat God luistert
naar datgene waar hij om bidt.
In het licht van de waarheid
ligt de zaak precies andersom.
De ware gebedshouding is niet
dat God luistert naar wat ik vraag,
maar dat degene die bidt
daarmee zolang voortgaat,
tot hij omgevormd is
in degene die luistert
en verneemt wat God wil.
Daarom gebruiken
zelfbetrokken mensen
massa’s woorden
en zijn zij het
die de eisen stellen;
maar de ware bidder luistert,
hij is de horige.

Gebed

In het nauw gedreven
door kwade machten
roepen wij naar Jou,
Machtige van onze bevrijding.
Wacht niet langer,
kom haastig ons te hulp.

Zang

K1     Wie ontgloeit in mij
00      jouw vreugde?
K2     Wie ontroert Jou
00      in mijn ziel?
K1     Wie maakt dat ik
00      Jou zoeken blijf?
K2     Wie verwondert zich
00      in mij om Jou?

Al      Jij,
00      die alles eigen bent,
00      zielsbewogen om mijn ziel,
00      diep gebogen en behoeftig,
00      ingeschreven in jouw liefde,
00      alles ben Jij voor,
00      blijf niet achter,
00      haast je mij te hulp.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Jan Egberink
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.