psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 96

Zang

Al     Jij laat ons nieuw
00     van jouw  bevrijding zingen.

K1    Elke dag maak Jij
00     een nieuw begin met ons.
K2    Jij bent de Eerste, Jij
00     de Laatste, Enige.
Al     Jij laat ons nieuw
00     van jouw  bevrijding zingen.

K1    Jij redt ons onvermoeibaar
00     uit de slavernij.
K2    ‘Ik ben, Ik ben er’ is
00     in eeuwigheid jouw naam.
Al     Jij laat ons nieuw
00     van jouw  bevrijding zingen.

K1    Jij roept ons keer op keer
00     weg uit de ballingschap.
K2    Genade op genade,
00     ongekend nabij.
Al     Jij laat ons nieuw
00     van jouw bevrijding zingen.

K1    Jij wacht ons in het einde,
00     komt ons tegemoet.
K2    O Jij, alles voorbij,
00     Jij kent ons als geen ander.
Al     Jij laat ons nieuw
00     van jouw  bevrijding zingen.

Beurtlezing – Jesaja 42,10-16

Zing Wezer nieuwe zang,
zijn viering tot de rand van het land,
die de zeeën bevaren en wat hen vult,
eilanden en hun bewoners.

Laten de steppe en haar steden
hun stem verheffen
met de dorpen waar Kedar woont.

Laten de rotsbewoners joelen,
juichen vanaf de top van de berg,
laten zij Wezer wichtigen
en zijn viering beduiden op de eilanden.

Wezer trekt uit als een sterke,
als een krijger laat Hij zijn ijver ontbranden.
Hij schalt, ja, Hij schreeuwt,
te sterk voor zijn vijanden.

Ik heb van eeuwigheid gezwegen,
Mij verdoofd en stilgehouden.
Nu wil Ik schreeuwen als een barende,
Ik zal snuiven en zuchten.

Bergen en heuvels verschroei Ik,
al hun gewassen laat Ik verdorren.
Van rivieren maak Ik eilanden,
waterplassen leg Ik droog.

Blinden laat Ik gaan
langs wegen die zij niet voelen,
langs paden die zij niet voelen
beweeg Ik hen.

De duisternis maak Ik tot licht
voor hun gelaat uit,
kronkelwegen trek Ik recht.
Dit zijn mijn aanspraken,
dit maak Ik voor hen,
Ik verlaat ze niet.

Stilte

Wil zingen,
Wezer,
nieuw in ons.

Psalm

Stilte

Laat de volken,
Wezer,
in Jou gehecht zijn.

Wenk

Uit ‘Mystieke theologie’ van Dionysius de Areopagiet

Je moet de Bron van alles
die alles te boven gaat
niet vereenzelvigen
met de laagste eigenschappen van het geschapene
en zeggen
dat Zij op geen enkele manier uitgaat
boven de vele vergankelijke gestalten
die zij aannemen.
Je moet van deze Bron
alle eigenschappen van het geschapene
bevestigen,
omdat Zij daarvan de oorzaak is.
Maar tegelijk moet je ze weer ontkennen,
omdat Zij als oorzaak
alles te boven gaat.
Bevestigen of ontkennen,
de Bron gaat alles te boven.

Uit ‘Ken de wegen’ van Hildegard van Bingen

Mijn ziel streeft niet naar bijval,
maar heeft de eenvoud
en de nuchterheid van de geest lief.
Niet aan zichzelf,
maar aan God schrijft zij –
als in eerbiedige onderwerping verblekend –
haar rechtvaardige werken toe.
Op haar hoofd
valt de heldere glans van Degene
die op de troon zit.
Haar gezicht kun je niet zien,
want de vreugdevolle beproeving
van de lofwaardige Heerser van het al
stroomt met zulk een kracht en sterkte
in deze zaligheid,
dat je haar bedoeling
met de zwakte van het sterfelijke, menselijke zien
niet kunt vatten.

Uit de geschriften van Franciscus van Assisi

Uw koninkrijk kome,
opdat Gij in ons regeert
door uw genade
en ons doet komen
in uw koninkrijk
waar het aanschouwen van U
onverhuld is,
het beminnen van U
onverdeeld,
het samenzijn met U
gelukkig
en het genieten van U
blijvend.

Uit de gedichten van Hadewijch

Het verstand van de mens
is zo beperkt,
God kan zoveel meer.
Alleen God kent alles.
Daarom zal men Hem
om alles prijzen,
of Hij nu wraak neemt
of gedoogt.
Moge God ons
nieuwe vurigheid geven
jegens de edele en vrije minne,
zodat wij in haar
op zo’n nieuwe wijze leven,
dat de minne ons
haar zegen schenkt
en nieuw maakt
met nieuwe smaak
die ze altijd opnieuw
ten volle kan geven.

Uit de geschriften van Mechtild van Maagdenburg

Hierin ligt het wezen van de grote liefde:
zij vloeit niet in tranen,
maar brandt in een groot,
sterk, goddelijk vuur.
Met haar vlam vloeit zij uit
in het grenzeloze
en tegelijk rust zij
stil in zichzelf.
Zij reikt in de hoogte
en raakt het goddelijke aan,
maar blijft deemoedig.
Zij verovert alles,
maar behoudt niets.
O Jij, mijn liefste Lief,
waar zijn degenen die Jou liefhebben?
Ze zijn volledig verbrand in het goddelijke,
zij wonen niet in zichzelf
en de zonde heeft hen verlaten.
Waarom?
God heeft hun hart aangeblazen.

Uit de geschriften van Catharina van Genua

Nu ik alles zie
in het goddelijk licht,
krijg ik zin
om een luide kreet uit te schreeuwen
die alle mensen van deze wereld
schrik zou kunnen aanjagen.
Ik zou hun willen zeggen:
‘O ellendigen,
jullie gebruiken allemaal
de hoop op de barmhartigheid van God
als een dekmantel
waarvan jullie beweren
dat die zo groot is.
Zien jullie niet
dat die zo grote goedheid van God
jullie zal vonnissen,
omdat je tegen zijn wil bent ingegaan
in jullie handelen?
Aan de gerechtigheid
moet ten volle worden voldaan.’

Uit de geschriften van Franciscus Amelry

Wie ben ik?
Wie zijt Gij?
Gij zijt degene
wiens hoogheid ondoorgrondelijk is,
voor wie al het geschapene standhoudt,
aan wie het hangt en kleeft,
aan wie alles zijn leven,
bestaan en behoud
te danken heeft,
naar wie alles kruipt,
gaat of loopt,
naar wie elk verlangt,
haakt en verzucht.
Wie ben ik,
dat Gij mij aldus uw liefde betoont?
Wie ben ik,
dat Gij verlangt dat ik U bemin?
Wie ben ik,
dat het U behaagt
mijn Bruidegom te heten en te zijn,
dat Gij mij verheft
om uw bruid te zijn?

Gebed

O Jij,
onzichtbaar aanwezig
in al wat leeft en zich ontvouwt,
richt onze schreden
op de weg
van vrede en gerechtigheid.

Zang

Het land verheugt zich en de hemel
juicht, nu alle leven openbloeit
tot de waarheid van zijn wezen.
Gelaat van de Komende.

De zee vertelt met donderende
stem: ‘Het recht hersteld, de armen
eten, overmacht gebroken.’
Gelaat van de Komende.

Gloriëren zal het veld
met wat er groeit, want alles is
gered uit de verlorenheid.
Gelaat van de Komende.

Joelen zullen alle wouden,
want de groeve laat haar doden
vrij, de dood zal niet meer zijn.
Gelaat van de Komende.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Rokus de Groot
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.