Psalm 53
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Voor de verduurder.
0 Bij kronkeling.
0 Besef.
0 Van David.
2 Zegt de loze in zijn hart: ‘Geen Machtige.’
0 Verderfelijk en gruwelijk vals zijn zij,
0 geen die het goede maakt.
3 De Machtige speurt vanaf de hemel naar de aardelingzonen
0 om te zien, is er een beseffende
0 die de Machtige vraagt?
4 Zij allen zijn verzwonden, vunzig bijeen,
0 geen die het goede maakt, ook geen één.
5 Voelen de zwelligheidwrochters niet,
0 hoe zij mijn volk etend brood eten,
0 de Machtige niet roepen?
6 Daar beven zij beving
0 er weest geen beving.
0 Ja, de Machtige verstrooit het gebeente van jouw belegeraar,
0 jij beschaamt, ja, de Machtige smaadt ze.
7 Wie geeft vanaf de Sion de bevrijdingen van Israël?
0 Waar de Machtige keert de keer van zijn volk,
0 juicht Jakob, verheugt zich Israël.