Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.
Psalmviering 150
Zang
Al Machtig ben Jij,
WH gevierd
WH in ons midden.
Vz heilig opent zich de ruimte
WH waar de Heilige zich
WH stralend openbaart.
Al Machtig ben Jij.
Vz Kracht ontplooit zich groot en sterk
WH waar de Machtige
WH verschijnt in heerlijkheid:
Al gevierd.
Vz Dansend beweegt jouw wezen zich
WH waar de Wijsheid speelt
WH en stil haar gang gaat
Al in ons midden.
Vz Alle adem zingt zich vrij
WH waar de Levende zijn adem
WH ons doorstromen laat.
Al Machtig ben Jij,
WH gevierd
WH in ons midden.
Beurtlezing – Jezus Sirach 39,12-22
Nog meer mocht ik overwegen,
dat wil ik meedelen,
ik ben er vol van
als de volle maan.
Hoor naar mij, gave mensen,
en bloei op als een roos
die groeit aan een waterstroom.
Wees als welriekende wierook
en bloei in bloemen als een lelie.
Verhef je stem en loof Hem in een viering,
zegen de Heer in al zijn werken,
met liederen bij citerspel
en met alle snaren zing,
zo zul je spreken met geschal.
De werken van de Machtige
zijn alle goed,
al wat nodig is geeft Hij,
voldoende op zijn tijd.
Laat niemand zeggen:
‘Wat is dat of wat moet dat?’
Want alles dient zich aan
op Gods tijd.
Door zijn woord vestigt Hij de hemel,
wat zijn mond uitgaat
stuwt het water op tot een dam.
Wat Hem behaagt
wordt heerlijk volvoerd,
zijn bevrijding wordt niet gehinderd.
Wat alle mensen maken,
ligt voor Hem open,
niets is voor zijn ogen verborgen.
Zijn blik reikt
van eeuwigheid tot eeuwigheid,
er staat geen maat op zijn bevrijding.
Niets is voor Hem
te klein of te gering
en niets is te zonderbaar
of Hem te machtig.
Laat niemand zeggen:
‘Wat is dat of wat moet dat?’
Want alles is uitgekozen
tot zijn bestemming.
Laat niemand zeggen:
‘Dit is slechter dan dat.’
Want alles is sterk
op zijn tijd.
Zijn zegeningen stromen over
als de Nijl,
als de Eufraat
drenkt Hij de aarde.
Stilte
Heilig ben Jij,
Machtige,
alom geprezen.
Psalm
Stilte
Al wat ademhaalt,
Wezer,
roemt jouw naam.
Wenk
Uit ‘Filokalia’
Een broeder vroeg aan abbas Filemon:
‘Vader,
waarom vindt u
in het Boek der Psalmen
meer behagen
dan in heel de goddelijke Schrift?
En als u rustig psalmen bidt,
waarom geeft u dan de indruk
woorden te spreken
alsof u zich met iemand onderhoudt?’
Hij sprak tot hem:
‘Ik zeg je, kind,
God heeft de kracht van de psalmen
zo diep in mijn armzalige ziel ingedrukt,
als Hij deed bij de profeet David.
Daarom kan ik het niet stellen
zonder de zoetheid
van al wat erin verborgen ligt.
Zij omvatten inderdaad
heel de goddelijke Schrift.’
Uit ‘Ken de wegen’ van Hildegard van Bingen
Loof Hem
met de klank van bazuinen,
dat wil zeggen:
met het inzicht van het verstand.
Prijs Hem
met de harp in diepe trouw
en met de citer van het lieflijk klinkend gezang.
Vier Hem
met pauken
in de bereidheid tot sterven
en met reidansen in vreugde.
Loof Hem
met het snarenspel van de bevrijding
en met de fluit van de goddelijke bescherming.
Loof al wat adem heeft de Heer,
dat wil zeggen:
Die de Heer over alles is.
Want het is rechtvaardig,
dat u die het leven verlangt,
Diegene verheerlijkt,
die het leven zelf is.
Uit ‘Weg van de geest naar God’ van Bonaventura
Wie door de schitteringen
van de geschapen dingen
niet verlicht wordt,
is blind;
wie door hun luide kreten
niet ontwaakt,
is doof;
wie op grond van al deze werken
God niet prijst,
is stom;
wie op grond van zo grote aanwijzingen
God als oorsprong niet opmerkt,
is onnozel.
Open derhalve je ogen,
spits je oren,
ontsluit je lippen
en neig je hart,
zodat je in alle schepselen
jouw God ziet,
hoort, prijst,
bemint en viert,
groot maakt en eer brengt.
Uit ‘Geestelijk hooglied’ van Jan van het Kruis
Zoals ieder schepsel
op onderscheiden wijze
zijn gaven bezit,
zo zingt ook ieder schepsel
op onderscheiden wijze
zijn lof.
En dit doen zij alle
in een harmonie van liefde,
een harmonie zoals bij muziek.
De ziel
gaat in deze rustige wijsheid ontdekken,
dat alle schepselen
met hun stem getuigen
wat God is,
en in overeenstemming
met wat ieder van hen
als gave van God
in zich heeft ontvangen.
Zij ziet
dat ieder van hen
op eigen wijze
de grootheid van God verkondigt.
Zo vormen al deze stemmen
één muziek op Gods grootheid.
Uit de geschriften van Elisabeth van Dijon
In de hemel van onze ziel
begint de erkenning van Gods heerlijkheid
reeds haar eeuwigheidstaak.
Haar viering houdt nooit op.
De Geest
die alles in haar tot stand brengt,
roert de snaren.
Hoewel zij er niet altijd weet van heeft
– want de zwakheid van haar natuur
laat haar niet toe
zonder verstrooiing in God gevestigd te zijn –
altijd zingt zij,
altijd is zij in aanbidding.
De ziel is om zo te zeggen
heel en al lof en liefde geworden,
helemaal opgegaan in de passie
voor de verheerlijking van haar God.
Uit ‘Praktische mystiek’ van Evelyn Underhill
De voorjaarsschoonmaak van de ziel
houdt een herschikking
van onze mentale inboedel in,
een wijd opengooien
van de gesloten ramen,
opdat de zang van de wilde vogels
voorbij onze tuin
ons in al zijn verrassende frisheid kan bereiken,
en het lawaai van de grammofoon binnenin
overstemd wordt.
Wie hiertoe bereid is,
zal ontdekken
dat hij geleefd heeft
in een bedompt wereldje,
terwijl zijn erfgoed bestaat
uit een wereld van ochtendpracht
waarin elk meesje
een gezant van de hemel is,
en iedere knop
zwelt van de volle betekenis
van het bestaan.
Uit ‘Merkstenen’ van Dag Hammerskjöld
Een lijn, een schaduw, een kleur
– de intense zeggingskracht ervan.
De taal van bloemen,
van bergen, van kusten,
van menselijke lichamen:
een enkel samenspel
van licht en schaduw,
de hartverscheurende schoonheid
van een halslijn,
de graal van de witte krokus
in het vroege ochtendlicht
op de alpenweide
– woorden
van de bovenzinnelijke taal der zinnen.
Gebed
Wij vieren jouw Naam,
o God,
met al wat in ons is.
Adem ons open
en maak ons gevoelig
voor jouw aanwezigheid
in al wat leeft.
Zang
Al De viering van jouw naam
WH trekt ons
WH over alle grenzen.
Vz Heilig in ons midden
WH ben Jij, stralend welft
WH zich het heelal:
Al de viering van jouw naam.
Vz Krachtig zingt jouw lied ons
WH sterk en vrij, jij lokt
WH ons in jouw liefde
Al trekt ons.
Vz Hartslag ben Jij, dansend
WH en spelend draag Jij ons
WH in de wijdte,
Al over alle grenzen.
Vz Adem, Jij verenigt
WH ons met alwat leeft
WH en adem heeft.
Al De viering van jouw naam
WH trekt ons
WH over alle grenzen.
Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.
© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Chris Fictoor
© Psalmzetting: Ad de Keyzer
Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.