psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 110

Zang

Al     Jij meldt je ongevraagd,
00     genadig overkom Jij ons.

K1    Jij zet ons koninklijk
00     in jouw kracht.
K2    Jij stevigt ons
00     in jouw verweer.
K1    Jij bergt ons vorstelijk
00     in jouw vermogen.
K2    Jij kleedt de adel van het volk
00     in jouw pracht.

Al     O dauw die mijn geboorte
00     met tederte omringt
00     in het gloren van de morgen,
00     schoot van mededogen.

Beurtlezing – 1 Koningen 8,22-26.54-57

Salomo ging staan voor het gelaat
van de slachtstee van Wezer
tegenover heel de gemeente van Israël.
Hij strekte zijn handen uit naar de hemel
en zei:

‘Wezer, Machtige van Israël,
er is geen Machtige als Jij
in de hoge hemel
of op het land hier beneden.

Jij die de verplichting bewaakt
en de gunst voor je knechten
die met heel hun hart gaan voor jouw gelaat.
Jij die bewaakt tegenover je knecht,
mijn vader David,
wat Jij tot hem sprak,
ja, wat Jij met je mond gesproken hebt
heb Jij met je hand vervuld,
zoals vandaag blijkt.

En nu, Wezer, Machtige van Israël,
bewaak voor mijn vader David
wat Jij tot hem gesproken hebt
met deze woorden:

“Nooit zal voor mijn gelaat ontbreken
iemand die zetelt op de troon van Israël,
als jouw zonen hun weg bewaken
en gaan voor mijn gelaat,
zoals jij gegaan bent voor mijn gelaat.”

En nu, Machtige van Israël,
laat toch hecht zijn jouw aanspraak
die Jij gesproken hebt
tot mijn knecht, mijn vader David.’

Toen Salomo beëindigd had
heel dit pleit en deze vergenadiging
die hij bepleitte bij Wezer,
stond hij op van vóór het gelaat
van de slachtstee van Wezer
uit zijn knielenden houding,
zijn handen uitgestrekt
naar de hemel.

Staande zegende hij
heel de gemeente van Israël
met luider stem
en zei:

‘Gezegend Wezer,
die zijn volk Israël rust gaf,
alles vervullend wat Hij gesproken had.

Geen enkel woord bleef onvervuld
van alle goede woorden die Hij sprak
bij monde van Mozes, zijn knecht.

Wezer, onze Machtige, weze bij ons,
zoals Hij geweest is bij onze vaderen.
Dat Hij ons toch niet verlaat
en nooit verwerpt.’

Stilte

Jij schenkt jezelf,
Wezer,
spreekt mij.

Psalm

Stilte

Jij verhoogt,
Wezer,
mijn hoofd.

Wenk

Uit de geschriften van Hildegard van Bingen

Toen zag ik een bovenmate helder licht
en daarin een saffierblauwe mensengestalte
die door en door
in het zachte rood van een fonkelende gloed
brandde.
Het heldere licht
doorvloeide helemaal de fonkelende gloed
en de fonkelende gloed
helemaal het heldere licht.
En beide,
het heldere licht en de fonkelende gloed,
doorvloeiden helemaal de mensengestalte
en alle drie waren als één licht
in één kracht en macht.

Uit de preken van Henry Hane

Het goddelijk licht
trekt de ziel in de vorm van God
en vormt haar om in God.
Het goddelijk licht
doorstraalt haar zo,
dat ze zich nu niet herkent
aan haar natuurlijke kracht,
maar zichzelf herkent
in het goddelijk licht.
Zoals de zon,
wanneer hij op de dingen schijnt
de dingen naar zich toe trekt.
Het goddelijk licht
heeft de ziel zo doorstraald
dat zij zichzelf slechts herkent
in het goddelijk licht.

Uit de geschriften van Jan van Ruusbroec

Gerechtigheid is een goddelijke deugd,
wanneer zij uit liefde voortkomt.
Zij woont in het gemoed,
in de toornige kracht.
Gerechtigheid kan niet volmaakt zijn
zonder verstandig beleid.
Zij zal haar rijk doorreizen
met de macht en het gezag van de koning
en rekening houden
met de wijsheid van zijn raadgevers
en met zijn eigen verantwoord inzicht.
Hem komt het toe
aan te stellen of af te zetten,
te vonnissen en te oordelen
en over alles te beslissen naar recht.

Uit ‘Geestelijk hooglied’ van Jan van het Kruis

De dageraad
verdrijft de duisternis van de nacht
en doet het daglicht gloren.
Zo wordt ook deze geest
die in God tot rust en kalmte is gekomen
vanuit de duisternis van zijn natuurlijke kennis,
verheven tot het morgenlicht
van de bovennatuurlijke Godskennis.
Deze kennis is nog niet helder,
zij is nog duister als de nacht
‘voorafgaand aan het schemerlichte dagen’.
Zo is ook dit rusten in God
nog niet helemaal doortrokken
van de helderheid van Gods licht,
maar het heeft er toch al iets van.

Uit ‘Spel van liefde’ van Jan van de Heilige Samson

Steeds meer
verzink ik in liefde voor U,
tot in de diepste afgrond daarvan,
totdat ik door liefde te geven en te ontvangen
geheel en al tot niets verga
en verteerd word in U
en in uw liefde.
Innig verbonden met U
zal ik dan bij U en in U verkeren
in een eenvoudig schouwen,
eenvoudig, onvergelijkelijk en naakt,
geheel en al in U verloren.
Is het dan zo verbazingwekkend
dat ik onverminderd geniet
van uw aanwezigheid
waar ik in mijn verliefdheid
zonder ophouden naar verlang
met een eindeloos onverzadigbare begeerte?

Uit de geschriften van Maur de l’Enfant Jésus

Alle krachten van de ziel
beginnen hun bewegingen altijd
bij de goddelijke indrukken
die in haar zijn.
Deze richten zich op datgene
waar de Geest van leven hen heen zal leiden.
Want met al haar vermogens
dient zij dan als gewillig instrument
voor de goddelijke werking
die haar op goddelijke wijze
in beweging brengt
en bezielt
naar de mate van haar bekwaamheid.
Als zij zich in deze tijd wilde bedienen
van haar eigen bewegingen
en haar eigen werking,
dan zou zij die van God hinderen,
zoals iemand
geen twee verschillende bewegingen tegelijk
kan maken.

Uit de geschriften van Titus Brandsma

Van een held verwachten we
dat hij strijdt voor een goede zaak,
dat hij daarvoor meer dan gewone offers brengt
en dat hij voor dat brengen van dat offer
meer dan gewone moed toont.
Er is hartstocht in de held,
hartstocht – wij weten het –
die ten goede
maar ook ten kwade kan zijn gericht.
Hierin ligt nu wel het grote gevaar,
dat de hartstocht niet juist geordend optreedt
en aldus voor helden worden aangezien
wie veeleer
slaven van een boze hartstocht
moeten heten.

Gebed

Wees nabij, God, allen
die Jij over ons hebt aangesteld,
dat zij zich niet hechten
aan roemen en aanzien,
maar opkomen voor wie verloren lopen.

Zang

Al     Jij verzekert ons om niet
00     jouw goedheid, zuivere liefde.

K1    Wij staan voor jouw gelaat,
00     een priesterlijk volk.
K2    Jij overschaduwt ons
00     met grote kracht.
K1    Alle vijandschap verteer Jij
00     in het vuur van jouw liefde.
K2    In Jou overwinnen wij
00     alle haat en geweld.

Al     O bron van levend water,
00     overvoed van goedheid,
00     stroom die ons wil drenken,
00     tot wij verzadigd zijn.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Rokus de Groot
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.