psalmviering van de week

Elke week verschijnt op deze pagina een ‘psalmviering van de week’,
waarbij thuis mee gebeden kan worden.

Psalmviering 23

Zang

Omwille van jouw naam ben Jij
mijn weidegrond, de bron waaruit
mijn ziel herleeft,
mijn herder.

Omwille van jouw naam, ben Jij
mijn reisgenoot, de staf die mij
de dood door leidt,
mijn gids.

Omwille van jouw naam ben Jij
mijn liefdesmaal, de olie die
mij teder zalft,
mijn gastheer.

Beurtlezing – Ezechiël 34,15-22

Ik wil mijn kudde weiden,
Ik doe haar neerliggen,
melding van mijn Meester, Wezer.

Het verloren dier zoek Ik,
het verdwaalde doe Ik terugkeren,
het gewonde verbind Ik,
het verzwakte sterk Ik.
Het vette en sterke roei Ik uit.
Ik wil ze schikkend weiden.

En jullie dan, mijn kudde,
zo zegt mijn Meester, Wezer,
hier, Ik ga schikken
tussen schaap en schaap,
tussen rammen en bokken.

Is het jullie niet genoeg
de goede weide af te weiden
en de rest van de weiden
met je hoeven te vertrappen,
het heldere water te drinken
en de rest met je hoeven te bevuilen?

Moet mijn kudde afweiden
wat jullie hoeven vertrapten,
drinken wat jullie hoeven bevuilden?

Daarom, zo spreekt mijn Meester, Wezer tot hen:
‘Hier, Ik schik tussen vette en magere schapen.

Omdat je alle zwakke dieren
met flank en schouder verdringt
en met horens wegstoot,
tot je ze buit en gestoten hebt,
bevrijd Ik mijn kudde.

Zij zal geen prooi meer wezen,
ja, Ik schik tussen schaap en schaap.’

Stilte

Jij brengt mij,
Wezer,
volkomen tot leven.

Psalm

Stilte

Naar Jou keer ik mij,
Wezer,
zolang ik leef.

Wenk

Uit ‘Leven van Mozes’ van Gregorius van Nyssa

God volgen
waarheen Hij leidt,
dat is God zien.
Zijn voorbijgang betekent
dat Hij de mens die Hem volgt,
leidt.
De gids wijst zijn volgelingen de weg
door voor te gaan.
Hij die volgt,
zal niet van de rechte weg afwijken,
als hij naar de achterkant van de gids blijft kijken.
Als iemand zich laat verleiden
de gids in het gelaat te zien,
slaat hij een andere weg in
dan de gids hem wijst.
Kijk uw gids niet in het gelaat,
want dan gaat ge een tegengestelde richting in.

Uit de geschriften van Clara van Assisi

Waarlijk gelukkig is
wie deel krijgt aan het heilig gastmaal
om zich van ganser harte
aan Hem te hechten.
Zijn schoonheid bewonderen zonder ophouden
alle zalige heerscharen van de hemel.
Zijn liefde wekt liefde,
Hem aanschouwen verkwikt,
zijn welwillendheid verzadigt,
zijn zoetheid schenkt vervulling,
Hem gedenken schenkt lieflijk licht,
zijn geur wekt doden ten leven,
naar Hem opzien in heerlijkheid
maakt allen zalig.

Uit ‘Alleenspraak’ van Gerlach Peters

Zuivere gerichtheid maakt
dat wij met een vrij hart
en zonder aarzelen
alles verrichten
wat in de ogen van God
en van de mensen
ware deugd is.
Deze zuivere gerichtheid
bevrijdt ons
van alle ongegronde verwardheid en angst,
van de schrik voor allerlei gebeurtenissen
en ten slotte van al wat ons kan beklemmen.
‘Zij leidt ons op de wijde wegen
van recht en gerechtigheid’
en onbezorgd zeggen wij:
‘Moest ik gaan
door het dal van de schaduw des doods,
kwaad zou ik niet vrezen.’

Uit ‘De tempel van onze ziel’

God toont en belooft de ziel
talloze schatten,
als zij Hem trouw blijft.
Hierna nodigt Hij haar
aan zijn tafel in zijn rijk
en doet haar neerzitten om te eten.
Hij schort zijn klederen op,
gaat voorbij
en bedient haar,
Hij verheft zichzelf in haar
met het alles overtreffende licht
van zijn Godheid.
Zo giet Hij zich in een ieder
volgens zijn ontvankelijkheid.
Hij zalft ze
met de olie der blijdschap.
Hij tekent ze
met zijn eigen naam.
Die naam is een uitgestorte olie
waardoor zij verlicht,
gevoed en gezalfd wordt.

Uit ‘Geestelijk hooglied’ van Jan van het Kruis

God is voor de ziel
het avondmaal dat ‘verliefd maakt’,
omdat Hij voor haar
het bezit is van alle goed.
Deze maaltijd is haar Beminde.
Zij is niets anders
dan de geneugten die Hijzelf geniet.
Doordat Hij zich één maakt met de ziel,
deelt Hij ook deze aan haar mee,
zodat ook zij ervan geniet.
In de goddelijke vereniging
van de ziel met God
wordt het eigen goed van God
gemeenschappelijk:
het is ook van de ziel,
van de Bruid,
doordat Hij het haar meedeelt
op genadevolle en overvloedige wijze.

Uit ‘Spel van liefde’ van Jan van de Heilige Samson

Mijn Lief en mijn Leven,
ik kan niet uw gaven
los zien van Uzelf.
U bent niet te scheiden
van al uw gaven.
Hieruit volgt, o mijn Beminde,
dat ik nooit bang hoef te zijn
dat het mij zal ontbreken aan uw gaven.
Want de Beminde
is niet in zijn beminde aanwezig
zonder de overvloed
van alles wat Hij schenkt,
zoals Hij reeds
van eeuwigheid tot eeuwigheid
heeft voorzien
in zijn opperste voortreffelijkheid.

Uit de geschriften van Dietrich Bonhoeffer

God ziet onze wegen aan.
Het is genade,
als Hij dat doet.
Hij kan ons ook onze wegen laten gaan
zonder ze aan te zien.
Maar Hij heeft ze aangezien –
en Hij zag ons.
God wil ons leiden.
Niet al onze wegen
worden door God geleid.
Wij kunnen lange tijd
onze eigen wegen gaan.
De eigen wegen leiden
in een cirkelbeweging
steeds weer naar onszelf.
Maar als God onze wegen leidt,
leiden zij naar Hem.
God leidt ons door geluk en ongeluk –
steeds alleen naar God.
Daaraan onderkennen wij
dat het Gods wegen zijn.

Gebed

Jij die ons in leven hebt geroepen,
maak ons waarachtig,
als wij door onrecht en geweld
elkaar het leven onmogelijk maken.
Voer ons langs de weg
die altijd bewaard blijft.

Zang

Dat jouw goedheid onze omgang
leidt langs wegen van
bewaring.

Dat jouw aandacht door de dood heen
voert, ons gidst naar jouw
bewaring.

Dat jouw mildheid ons verzadigt
in jouw herberg van
bewaring.

Dat jouw gunst ons alle dagen
volgt langs sporen van
bewaring.

Op deze pagina kunt u kijken en luisteren naar een inleiding door Kees Waaijman, die kan helpen om de ruimte van deze psalm in te gaan.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Joeke Klein Bog
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.