PSALMVIERING

Psalmvieringen online

“Een stille plek in huis, een kluis in de woestijn, een kloosterkapel, een parochiekerk, een kathedraal – al deze plaatsen, hoe verschillend ook, dienen één doel: de geest richten op de Levende. Krachtig en ongehinderd. Datzelfde beogen de verschillende vormen van het getijdengebed. Of iemand de getijden nu bidt in stilte of samen met anderen, in alle poverheid prevelend of plechtig zingend in het koor van monniken en monialen, steeds gaat het om dit ene: het ‘altijddurende gebed’ (Lucas 18,1; vgl. Handelingen 6,4; 1 Tessalonicenzen 5,17 en Hebreeën 13,15).”

“In de titel Psalmvieringen staat ‘psalm’ in het enkelvoud. Dit geeft nauwkeurig aan waar het om gaat: in iedere viering staat één psalm centraal. Op deze wijze wordt niet alleen een oude traditie hernomen, maar ook vorm gegeven aan een van de vernieuwsimpulsen van het Tweede Vaticaans Concilie: aandacht voor ‘de eigen aard van ieder psalm’. Dit alles opdat de psalm kan bewerken waartoe hij ‘krachtens zijn aard’ bestemd is: ‘de geest van de mens tot God verheffen’.”

Kees Waaijman, in: “Psalmvieringen. Vorm van Getijdengebed”,
Titus Brandsma Memorial 2014, blz. 7-8

Hieronder vindt u een link naar de opname van de psalmviering van deze week, opgenomen in de Titus Brandsma Gedachteniskerk, ten tijde van de uitbraak van het Coronavirus, bedoeld als ondersteuning voor het bidden van de psalmviering thuis.

Daaronder vindt u de teksten die in die psalmviering gezongen en gesproken worden. Een boekje met de teksten én de melodieën van deze psalmviering (en eventueel die van de komende weken) kunt u bestellen bij het Titus Brandsma Memorial, door het sturen van een e-mail bericht aan: titusbrandsma@karmel.nl.

We wensen u veel inspiratie.

Psalmvieringen, Vorm van Getijdengebed.. Kees Waaijman

Psalmviering 81

Zang

Al     Jij bent de Machtige.

K1     De Rietzee heb Jij gekliefd,
00     wij ontkomen er midden doorheen,
K2     kerf van jouw bevrijding.
Al     Jij bent de Machtige.

K1     Een weg door de steppe gebaand,
00     Jij bent met ons begaan,
K2     schikking van jouw bewaring.
Al     Jij bent de Machtige.

K1     Een wolk leidt ons door de dag,
00     een vuurzuil door de nacht,
K2     getuigenis van jouw nabijheid.
Al     Jij bent de Machtige.

K1     Waterstromen uit de rots,
00     uit de hemel regent manna,
K2     verweer van jouw genade.
Al     Jij bent de Machtige.

Beurtlezing – Jeremia 31,31-37

Hier, de dagen komen,
melding van Wezer,
dat Ik een nieuwe verplichting snijd
met het huis van Israël
en met het huis van Juda.

Niet als de verplichting die Ik sneed
met hun vaderen,
ten dage dat Ik hen bij de hand nam
en hen weg liet trekken uit het land Egypte.

Deze verplichting met Mij
hebben zij gebroken,
terwijl Ik met hen getrouwd was,
melding van Wezer.

Nee, dit is de verplichting die Ik snijd
met het huis van Israël
na die dagen,
melding van Wezer.
Ik leg mijn verplichting in hun binnenste,
Ik schrijf haar in hun hart.
Ik zal hun Machtige wezen,
zij zullen wezen mijn volk.

Dan zullen ze elkaar niet meer leren,
de een zijn gezel, de ander zijn broer,
en zeggen:
‘Voel Wezer.’
Ja, allen voelen Mij,
van de kleinste tot de grootste,
melding van Wezer.
Ja, Ik vergeef hun verwringing
en gedenk niet meer hun misdaad.

Dit zegt Wezer
die de zon tot een licht geeft overdag,
maan en sterren inregelt
tot een licht in de nacht,
die de zee opzweept
dat haar golven druisen,
Wezer met de drommen is zijn naam:

‘Als deze regelingen wankelen voor mijn gelaat,’
melding van Wezer,
‘dan zal ook het zaad van Israël ophouden,
het zal geen natie wezen
voor mijn gelaat
alle dagen.’

Dit zegt Wezer:
‘Als de hemelen daarboven zijn gemeten
en de gronden van het land gepeild zijn,
zal Ik alle zaad van Israël verwerpen
om alles wat zij deden,’
melding van Wezer.

Stilte

Jouw kracht in ons,
Machtige,
zingt van vreugde.

Psalm

Stilte

Jij verzadigt ons,
Wezer,
met honing uit de rots.

Wenk

Uit ‘Vier graden van liefdesgeweld’ van Richard van Sint-Victor

Onmiddellijk
wanneer iemand
tot het innerlijke geheim
van het goddelijke heiligdom
toegelaten wordt,
wordt hij helemaal,
uit grote bewondering
en overvloedige vreugde
vloeibaar gemaakt
en ingetrokken in zichzelf,
meer nog,
in Degene die tot hem spreekt,
wanneer hij die geheime woorden
begint te horen
die geen mens mag zeggen
en wanneer hij inziet
dat onbekende en geheime zaken
uit Gods wijsheid
hem geopenbaard worden.
In deze toestand
doorschouwt de geest alles,
zelfs de diepste geheimen van God.

Uit de geschriften van Catharina van Genua

Ik ben bijna gedwongen te zeggen
dat deze zoete God
onze knecht is
vanwege de overgrote liefde
waarmee Hij ons alle voorzieningen geeft
die Hij geven kan
om ons naar zijn vaderland te leiden.
Als de mens de zorg zou kunnen zien
die God voor de ziel heeft
zonder iets anders te weten,
dan zou hij in zichzelf versteld staan
en in verwarring geraken,
overwegend
dat de roemrijke God,
die heel het wezen is
van alles wat bestaat,
zowel het zichtbare
als het onzichtbare,
zoveel zorg heeft
voor zijn schepsel.

Uit de geschriften van Franciscus Amelry

Besef dit,
toen jij weggelopen was,
strafte Hij je niet,
maar als iemand die je leven wenst
en niet je dood
zag Hij naar jou uit.
Hij riep je van binnen
en van buiten,
soms dreigend,
dan weer liefkozend;
en al kwam jij niet terstond
als Hij je riep,
toch bleef Hij naar jou uitzien;
en ten slotte,
als jij je op weg begaf om te komen,
hoe vriendelijk is Hij je tegemoet gesneld
en heeft Hij je ontvangen in zijn armen,
je omhelsd,
je welkom geheten
en je alles teruggegeven
wat jij verkwist en verloren had.

Uit ‘Geestelijk hooglied’ van Jan van het Kruis

Er zijn er velen,
die graag zouden willen
dat God hun niet méér kostte
dan wat praten
en dat nog op een slechte manier.
Zij zouden willen
dat de smaak voor God
hun zomaar in de mond
en in het hart stroomde
zonder dat zij een stap verzetten,
zonder dat zij zich versterven
door afstand te doen
van iets van hun genietingen,
troost en nutteloze liefhebberijtjes.
Maar al roepen zij nog harder om God,
zij zullen Hem toch niet vinden,
totdat zij uitgaan
om Hem te zoeken.

Uit ‘Mystieke theologie’ van Dominique de Saint-Albert

God beroert
door zijn oneindige goedheid
de minnende geest
voortdurend
en doet hem daarin verdwijnen.
Hoe verder hij daarin verzonken
en ondergedompeld is,
des te meer voelt hij zich verteerd
door het verlangen
naar de oneindige oceaan
van Gods goedheid.
Hij opende de mond van zijn hart zo wijd
dat hij denkt God te zullen verzwelgen,
maar het blijkt
dat hij zelf verzwolgen wordt
en geheel en al,
maar toch weer zo
dat het nooit volledig is.
Want het vermogen te ontvangen
wordt vergroot
naarmate de ontvangen volheid.

Uit de geschriften van Gerhard Tersteegen

Jij hebt God altijd zoveel te zeggen,
nu eens bid je vurig om iets te krijgen,
dan weer zit je je te beklagen.
Maak ruimte voor Hem
en wees stil.
Luister naar wat Hij je te zeggen heeft
en naar wat Hij van je vraagt.

Uit de geschriften van Søren Kierkegaard

Gaandeweg,
naarmate hij in zijn gebed
tot groter innerlijkheid kwam,
had hij steeds minder te zeggen,
en uiteindelijk werd hij helemaal stil.
Hij werd stil,
hij werd,
wat zo mogelijk
meer nog dan zwijgen
tegengesteld is aan spreken,
hij werd een hoorder.
Hij dacht
dat bidden betekent dat je spreekt.
Hij leerde
dat bidden niet alleen betekent
dat je zwijgt,
maar dat je hoort.
En zo is het:
bidden is niet jezelf horen spreken,
maar tot zwijgen komen
en blijven zwijgen,
wachten tot je in het bidden
God hoort.

Gebed

Jij die ons uit de nauwte
hebt binnengevoerd in de wijdte
doorbreek onze eigenzinnigheid
en laat ons horen
jouw stem.

Zang

Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Ik trok je weg uit de verslaving.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Ik bevrijdde je uit de angst.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     In het verborgene sprak Ik jou.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Ik sprak tot je hart.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Ga niet met vreemde Machten.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Ik smeek je, ga met Mij.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Brood uit de hemel geef Ik je.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.
Vz     Verzadig je met honing uit de rots.
Al     Ach, hoorde mijn volk Mij.

Al     O Stem, die radeloos
00     verliefd ons zoekt, ons spreekt,
00     ons dieper raakt dan wij
00     beseffen kunnen, Jij
00     komt in ons tot bloei,
00     ongehoord.

© Teksten: Kees Waaijman
© Psalmgebed: Laetitia Aarnink
© Zangzetting: Kris Oelbrandt
© Psalmzetting: Ad de Keyzer

Niets van deze Psalmviering mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch,
door geluidsopname of op enige andere wijze,
zonder voorafgaande toestemming van
Stichting Kerkmuziek en Spiritualiteit, Nijmegen.